Datum
soort van object
Materialen
Techniek
Afmetingen
Inventaris nummer
Identifier Urban
Beschrijving
Na een initiële opleiding bij zijn vader, Constant Devreese (1813-1900) in Kortrijk, schreef Godefroid Devreese zich op twintigjarige
leeftijd in aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel, waar
hij een van de leerlingen van Charles Vander Stappen
(1843-1910) was. Hij won noch de Godecharleprijs noch de Prix de Rome, maar in 1889 kon hij zich troosten met de Prijs van de driejaarlijkse
wedstrijd voor beeldhouwkunst naar de natuur van de Brusselse academie, en in
datzelfde jaar met een gouden medaille op de tentoonstelling van Keulen. Deze blijken van erkenning en
zijn opgemerkte deelnames aan diverse nationale en internationale
tentoonstellingen stimuleerden zijn werkkracht en zijn rijke verbeelding. Vijf jaar later maakte hij het
portret van zijn vader, een werk dat hij een jaar later samen met enkel andere
werken naar Parijs zond en die hem zijn benoeming opleverden tot lid van de Société Nationale des Beaux-Arts de France op 11 mei 1895.
Na tekenlessen aan de Academie voor Schone Kunsten van Kortrijk en een stage in het atelier van Charles Geerts in Leuven, voltooide Constant Devreese zijn vorming bij Louis Jéhotte aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel en in het atelier van Eugène Simonis, bij wie hij acht jaar werkte. In 1855 keerde hij naar Kortrijk weer, waar hij aan de lokale academie lesgaf en er een regionale carrière uitbouwde.
Het portret van Schaarbeek is ten halve lijve en op ware grootte uitgevoerd. Constant Devreese wendt het hoofd een beetje naar rechts. Hij draagt zijn werkschort en houdt een beitel vast. Hij lijkt aandachtig te kijken naar het werk waarmee hij bezig is. Dit gevoelige portret legt de persoonlijkheid van de vader vast op een manier die verder reikt dan de fysieke gelijkenis van de toen 71-jarige beeldhouwer. Het is een eerbetoon van een zoon aan een vader die op Godefroid de zin voor en de rudimenten van het beeldhouwersvak had overgedragen. In 1903 maakte Godefroid een nieuw portret van zijn vader, die drie jaar eerder was overleden, maar ditmaal samen met een portret van zijn moeder in een medaillon (exemplaar in gegoten brons, 11,9 x 9,5 cm, bewaard in de KBR, Penningkabinet, inv. nr. 2M13/1).
Vereniging voor het Kunstpatrimonium, A. Jacobs, 2021
Discussie