Zomerjapon

Tuniek waarvan de ronde, met een wit kantstrookje versierde hals en de haaksluiting zijn omboord met een gefronste strook die een jabot vormt, driekwart mouwen afgezet met gefronste stroken en een kantje, lange schootpanden voorzien van lintjes waarmee ze in de rug in poffen kunnen worden opgenomen. Rok met grote tournure, fronsen opzij en in de rug, een steekzak ingewerkt in rechter zijnaad en een horlogezakje vooraan links onder de tailleband, een brede, schuin gesneden strook onderaan. Bijpassende ceintuur met een haaksluiting onder een strik van lila ripszijde en in de rug een gefronst, halfrond en met een grote strik opgehoogd pand dat de tournure benadrukt.