Boer op het veld bij een windmolen

Jacques Rosseels, leerling van de romantische schilder Jacob Jacobs aan de Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen, zette zijn opleiding voort in het atelier van schilder en tekenaar Henri Vander Poorten. In de jaren 1860 vestigde hij zich in de Antwerpse Kempen, samen met Adrien-Joseph Heymans, Florent Crabeels en Isidore Meyers, met wie hij de Kalmthoutse School vormde. In 1871 werd hij lid van de Cercle artistique et littéraire de Bruxelles. Hij exposeerde geregeld op de driejaarlijkse salons in Gent, Antwerpen en Brussel. Rond 1880 schilderde hij in het gezelschap van Florent Crabeels, Isidore Meyers en Frans Courtens in Baasrode en Kastel, langs de Schelde. Zo ontstond de Dendermondse school.

Met zijn pasteuze penseeltrekken is Boer op het veld bij een windmolen uit 1881 heel representatief voor de Dendermondse periode van de kunstenaar. Uit het belang dat de kunstenaar hier hecht aan de blauwe en beige tinten en aan de voorstelling van de lucht, blijkt diens voorliefde voor het luminisme. Opmerkelijk is ook de verfijnde weergave van de bomen, in lichte penseeltrekken. Het schilderij is opgebouwd uit een opeenvolging van horizontale vlakken en de verticale lijnen van de bomen en van de molen. De schetsmatige figuur van de boer brengt het landschap discreet tot leven.