Jezus voor de apostelen of Jezus voor de wetgeleerden in de tempel

In de evangelies vertelt Sint-Lucas deze gebeurtenis in het leven van Jezus die toen 12 jaar was. Tijdens het joodse paasfeest trekken families traditiegetrouw naar Jeruzalem. Op de terugweg naar Nazareth zijn de ouders hun kind gedurende verschillende dagen kwijt. Ze zijn erg ongerust en besluiten terug te gaan naar Jeruzalem om hem te zoeken. Ze vinden hem niet in de massa pelgrims en kammen de stad uit. "Na drie dagen vonden ze Hem in de tempel, waar Hij tussen de leraren zat, terwijl Hij naar hen luisterde en hun vragen stelde." (Lucas 2:46) Tot hun grote verbazing is Jezus in een doctrinaire dialoog verwikkeld met de wetgeleerden.

In deze dichte compositie zien we op achtergrond, vaag geschetst, Maria en Jozef die hun zoon terugvinden. In het evangelie beschrijft Lucas de scene: Maria: "Kind, wat heb Je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar Je gezocht." en Jezus reageert als volgt: "Waarom hebt u naar Me gezocht? Wist u niet dat Ik moet in het huis van Mijn Vader moest zijn?". En zo wordt de tempel het theater van het conflict tussen de menselijke werkelijkheid en de Openbaring.

In dit schilderij heeft de schilder een groot aantal wetgeleerden in een kleine ruimte samengebracht. Allemaal zijn ze naar het kind Jezus gericht, dat op een stoel zit in de rechterbovenhoek van de compositie. Op de achtergrond zien we Maria en Jozef verschijnen. Ze worden gedeeltelijk aan het zicht onttrokken door een zuil van de tempel. Ze zijn verbaasd hun zoon te vinden te midden van deze groep (grotendeels oude) mannen.

De compositie is uitgevoerd in sombere bruine en warme kleuren. Het licht valt centraal en belicht voornamelijk Jezus (die gekleed is in een witte tuniek) en het gezicht van een van de wetgeleerden.

[Legaat Guillaume De Groot]