Minervafontein (SB)

Toen graaf Thomas Bruce d’Aylesbury (?-1741) in het begin van de 18^de eeuw uit Engeland werd verbannen, vond hij onderdak in een herenhuis op het hogere gedeelte van de Grote Zavel. In 1741 gaf hij beeldhouwer Jacques Bergé de opdracht een fontein te bouwen bij de plaats waar hij tijdens zijn 40 jaar durende ballingschap woonde.

Het standbeeld van Minerva, symbool van de Rede, draagt ook de beeltenis van de landvoogden van de Nederlanden, keizerin Maria-Theresia van Oostenrijk (1717-1780) en Frans van Lotharingen (1708-1765). De speer en het schild met Medusahoofd, de attributen van de godin, worden gedragen door een putto. Een andere putto met een krans van klimop leunt op een kruik waaruit de Schelde ontspringt, en een derde blaast op de bazuin van de Faam.

De sokkel draagt de wapens van graaf d’Aylesbury. Een inschrift getuigt van de dankbaarheid van de schenker ten opzichte van degenen die hem onderdak aanboden en van de gunstige omstandigheden waarin de fontein op 4 november 1751 werd geïnstalleerd.

Lord Thomas Bruce werd niet ver van de Zavel begraven in de kleine kapel van de brigittinen.