Sint-Jacobskerk-op-de-Koudenberg
Geschiedenis van de instelling
Waarschijnlijk hangt de stichting van een aan Sint-Jacob gewijd kapel samen met de bouw van het hertogelijk paleis op de
Koudenberg. In de 13de eeuw vestigde er zich een godsdienstige gemeenschap die
rond 1230 de regels van Sint-Augustinus aannam. De kapel kreeg door haar
betrekking met het hof een statuut met bepaalde privileges. Zo werden de
hertogen in de loop van de 15de eeuw er gedoopt. Pas in 1622 wordt de kerk een
parochiekerk. De abdij van Koudenberg werd pas in 1731 opgericht en was maar
een kort leven beschoren, reeds in 1786 werd ze afgeschaft. De geschiedenis van
de kerk is verbonden met die van het Koningsplein, het voormalige Baljuwplein, waar
het paleis der Hertogen van Brabant stond. Dat werd in 1731 vernield door een
reusachtige brand. Toen besloten werd daar een monumentaal ‘koninklijk’ plein
te bouwen, in een klassieke, gesloten en symmetrische stijl, werd tevens
besloten de kerk weer in de as van de Hofbergstraat te bouwen aangezien deze
tot dan een gotisch gebouw was met een gevel die uitgaf op de Naamsestraat. De
financiering voor de oprichting van de gebouwen rondom het plein hing
grotendeels af van de Brabantse abdijen en privé-eigenaars. De abdij van
Koudenberg nam de kerkgevel en de vier aanpalende huizen voor haar rekening.
Karel van Lotharingen legde in 1776 de eerste steen. De gevel was klaar in
1780. De architect Montoyer tekende de plannen van het gebouw dat op 29 oktober
1787 werd ingehuldigd. De kerk werd weer aan de godsdienstige eredienst
toegewezen in 1802, natijdens de Franse periode eerst tempel van de Rede en dan
tempel van de Wet te zijn geweest. Op dat ogenblik werd het bas-reliëf van het
fronton vervangen door een allegorisch oog dat op zijn beurt vervangen werd
door een schilderwerk van Portaels. De gevel van de kerk was oorspronkelijk een
gewilde terugkeer naar het zuiver klassieke. Het gaat immers om de transpositie van
een Romeinse tempel. In het begin van de 19de eeuw werden er een niveau en een
campanile van hout aan toegevoegd. Dat werd in 1849 gewijzigd, toen men er een
balustrade en een achthoekige toren met koperen koepel, een werk van
Tilman-François Suys in de plaats zette. Door de verwijdering van de
gevelbepleisteringen werden de stenen van de kolommen en het portaal zichtbaar.
Een wieggewelf met vierkante cassetten bedekt het gebouw, terwijl een koepel de
kruising afdekt. Binnenin was oorspronkelijk slechts één beuk gepland. De
toevoeging van de zijbeuken gaat terug tot de jaren 1843-1845.
Bron : inventaris van orgels
Praktische info
Koningsplein 6
info@paroisse-militaire-saint-jacques-sur-coudenberg.be
Op monument.heritage.brussels
Vinden Sint-Jacobskerk-op-de-Koudenberg op
het inventaris van het bouwkundig erfgoed.