Oostende

Georges Frederic was de zoon van schilder Léon Frederic (1846-1940), die hem als schilder opleidde. Georges Frederic studeerde ook bij Privat Livemont (1861-1936) en vervolgens, van 1919 tot 1924, aan de Academie voor Schone Kunsten van Brussel in het atelier van Herman Richir (1866-1942) en Jean Delville (1867-1953). Hij voelde zich aangetrokken door het buitenleven en liet zijn talent al vroeg gelden, vooral in de zeegezichten en havengezichten die hij maakte tijdens zijn talrijke verblijven aan de Noordzee en in het Schelde-estuarium, in de buurt van Antwerpen. Hij was een productieve kunstenaar en gebruikte verschillende technieken: olieverf, gouache, aquarel, houtskool, potlood en ets. Hij was lid van Schaarbeekse kunstverenigingen zoals La Ruche en Germinal, en van de lokale kunstkring. Vanaf 1931 exposeerde hij regelmatig bij de Société des Peintres de la Mer. In 1951 nam Georges Frederic deel aan het salon voor humoristische kunst van de kring Mine Souriante. Hij illustreerde ook kinderboeken en albums, waaronder A.B.C. (1929), geschreven door zijn vrouw, en Le Blé, ce beau trésor (1934) van Camille Melloy (1891-1941). In 1955 werd hij lid van de Koninklijke Belgische Marine Academie. In 1966 organiseerde het Huis der Kunsten Gaston Williot in Schaarbeek een solotentoonstelling voor hem. Ter gelegenheid van zijn honderdste geboortedag en de zestigste sterfdag van zijn vader organiseerde de gemeente Schaarbeek in 2000 een dubbele overzichtstentoonstelling van hun werken in het gemeentehuis en het Huis der Kunsten.

Dit werk toont een zicht op de jachthaven van Oostende. Georges Frederic modelleerde de vormen met bleke, bijna uniforme tinten, subtiel versterkt door fellere tinten. Dit eenvoudig gecomponeerde havengezicht is verdeeld in contrasterende vlakken. Paul Caso zegt over de zeegezichten van de kunstenaar: “Georges Frédéric [est] un mariniste attaché à ses sujets comme la sirène à son récif de corail. Il n’a pas son pareil pour éveiller notre nostalgie de la mer et des vaisseaux chargés de parfums inconnus. Il s’évade ainsi dans les ports pour y surprendre, sous la caresse impressionniste du soleil, un peuple qu’il aime ” * (P.C., [CASO, P.], “Georges Frédéric”, Le Soir, 13 januari 1960). Oostende werd in 1965 tentoongesteld op de 42e jaarlijkse tentoonstelling van de Cercle royal artistique de Schaerbeek.

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, C. Ekonomides, 2023

* [Georges Frédéric [is] een marinist die gehecht is aan zijn onderwerpen zoals de zeemeermin aan haar koraalrif. Hij is ongeëvenaard in het opwekken van onze nostalgie naar de zee en schepen beladen met onbekende geuren. Hij vlucht naar de havens om een glimp op te vangen van de mensen waar hij van hield onder de impressionistische streling van de zon]