Locatie
Datum
1867
soort van object
Materialen
Stijl
Napoleon III
Tentoonstelling
Crinolines & Cie. De bourgeoisie in vol ornaat. 1850-1890, 28 mei 2015 — 10 april 2016
Brusselse Kant. Van realiteit tot fictie, 23 april 2004 — 31 december 2005
Vorstelijke kant. Een keuze van kantwerken uit adelijk, koninklijk en keizerlijk bezit in de verzameling van het museum (19de-20ste eeuw), 01 januari 1991 — 31 december 1991
Belles en dentelles , 1986
Dentelle de Bruxelles, 1982
Vervaardigingplaats
Europa, België, Brussel
Afmetingen
hoogte 165 cm
hoogte 109 cm
hoogte 109 cm
Inventaris nummer
D1978.30.04
Identifier Urban
41534
Beschrijving
Kanten galarok genoemd rok van Eugénie, rond 1867
Gekloste applicatiekant op machinale tule, opgehoogd met naaldkanten details en gekloste reliëfnerven. In vorm gemaakt volgens de nieuwe mode die in 1866 de ronde hoepelrok verving door een ovale. Rijk bloemendecor in Napoleon III-stijl, in vier naar onder toe verbredende stroken die op symmetrische wijze voor, achter en op de zijkanten van de rok zijn aangebracht en die bestaan uit dicht naast elkaar geplaatste, naturalistische bloemen en bladeren:
rozen, margrieten, tulpen, narcissen, sneeuwballen, dagschone, varens. Tussen deze stroken bevindt zich een luchtiger decor: fijn, met ranken omwonden verticaal traliewerk met een grote bloementuil, en daaronder een brede boord die in trompe-l’oeil onder het bloemendecor lijkt door te lopen en als achtergrond dient voor een groot rocaillemedaillon, en die bestaat uit een
Een dergelijk uitzonderlijk stuk wat betreft de kwaliteit van de
uitvoering en de waarschijnlijk in Parijs ontworpen tekening, kan alleen
voor een wereldtentoonstelling zijn gemaakt, vermoedelijk voor deze van
Parijs in 1867. Misschien werd het stuk geschonken aan keizerin Eugenie
de Montijo (1826-1920), echtgenote van Napoleon III van Frankrijk, maar
dat is niet
bewezen. De japon is niet origineel en werd gemaakt naar een model uit die tijd.
Gekloste applicatiekant op machinale tule, opgehoogd met naaldkanten details en gekloste reliëfnerven. In vorm gemaakt volgens de nieuwe mode die in 1866 de ronde hoepelrok verving door een ovale. Rijk bloemendecor in Napoleon III-stijl, in vier naar onder toe verbredende stroken die op symmetrische wijze voor, achter en op de zijkanten van de rok zijn aangebracht en die bestaan uit dicht naast elkaar geplaatste, naturalistische bloemen en bladeren:
rozen, margrieten, tulpen, narcissen, sneeuwballen, dagschone, varens. Tussen deze stroken bevindt zich een luchtiger decor: fijn, met ranken omwonden verticaal traliewerk met een grote bloementuil, en daaronder een brede boord die in trompe-l’oeil onder het bloemendecor lijkt door te lopen en als achtergrond dient voor een groot rocaillemedaillon, en die bestaat uit een
rij arabesken, een bloemenslinger, een rij gestileerde bloemen en een rij palmetten die de rand van de rok vormen.
bewezen. De japon is niet origineel en werd gemaakt naar een model uit die tijd.
Bronnen
Esgain C. en Gauthier C., Crinolines & Cie. De bourgeoisie in vol ornat 1850-1890, catalogus van de tentoonstelling 28/05/2015-10/04/2016, Museum voor het Kostuum en de Kant, Brussel, 2015.
ter Assatouroff C. en Vrebos M., Brusselse kant : van realiteit tot
fictie, catalogus van de tentoonstelling, Museum voor het Kostuum en de
Kant, Brussel, 2004.
Ter Assatouroff C. en Vrebos M., Brusselse kant in de verzamelingen van de Musea van de Stad, Museum voor het Kostuum en de Kant van de Stad Brussel, Brussel, 2004, p.107.
Smolar-Meynart A. en Vrebos M., Vorstelijke Kant, bezoekersgids/catalogus van de tentoonstelling, Museum voor het Kostuum en de Kant, Brussel, 1991.
Discussie