De snoek

Jan Van Looy was een schilder, aquarellist, tekenaar en decorateur. Van 1900 tot 1902 volgde hij een opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten van Brussel, in het atelier van Constant Montald (1862-1944) en Herman Richir (1866-1942). Zijn bewondering voor het werk van Isidore Verheyden (1846-1905), Jean-Baptiste Degreef (1852-1894) en Hippolyte Boulenger (1837-1874) bracht hem ertoe om zijn schildersezel op te stellen op bekende plekjes in Tervuren en het Zoniënwoud. Hij schilderde in een krachtige, spontane stijl die dicht aanleunde bij het werk van deze landschapskunstenaars. Rond 1905 richtte hij een atelier in de Stefaniastraat 70 in Laken in en in 1906 werd hij lid van de Brusselse kring Le Lierre. Gedurende zijn hele carrière nam Van Looy regelmatig deel aan tentoonstellingen en kunstbeurzen in binnen- en buitenland. Hij vervaardigde ook een aantal decoratieve schilderijen, waaronder de decoratie van het ministerie van Wetenschappen en Kunsten bij het provinciebestuur en het voormalige gemeentehuis in Laken.

Vanaf 1932 evolueerde hij naar een intieme, sensuele stijl en ging zijn voorkeur uit naar interieurscènes en stillevens. Vooral in deze laatste zijn invloeden van Louis Dubois (1830-1880), Jean-Siméon Chardin (1699-1779) en de Hollandse meesters uit de 17de eeuw merkbaar in de lichtheid en precisie van de penseelvoering.

De Snoek sluit zowel qua techniek als chromatisch bereik aan bij het naturalisme. De kunstcriticus Fernand Lepaffe schreef over Van Looy's stillevens: 'Stevigheid van vorm, onverbiddelijke nauwkeurigheid van toon, tastbare weergave van materie, spontaan begrip van harmonie, een feilloos instinct voor evenwicht, dit zijn naar mijn mening enkele van de kwaliteiten die deze prestigieuze assemblages […] een soeverein karakter geven. […] Geconfronteerd met deze zeer natuurlijke ensembles, kan men niet anders dan terugdenken aan de tijd van een Snyders, een Louis Dubois. We vermelden ook de Hollandse meesters uit de 17de eeuw en de onderlegdheid van Chardin.' (LEPAFFE, F., "Jan Van Looy", in Courrier médical et pharmaceutique).