Datum
1874
soort van object
Techniek
Stijl
impressionisme
Opschriften
"Pantazis"
(Signatuur : linksonder - geschilderd)
"Pantazis vente 1885" (Merk : onder links - verzegeld)
"Mère B. à Anseremme" (Inscriptie : op de achterkant - etiket)
"Pantazis vente 1885" (Merk : onder links - verzegeld)
"Mère B. à Anseremme" (Inscriptie : op de achterkant - etiket)
Afmetingen
hoogte 51.3 cm — wijdte 39.5 cm (zonder kader)
Inventaris nummer
1201T
Identifier Urban
42768
Beschrijving
In
1873, een jaar na de aankomst van Périclès Pantazis in Brussel, organiseerde de
Société Néerlandaise de Bienfaisance
een indrukwekkende tentoonstelling getiteld Exposition
de tableaux et dessins d'anciens maîtres. Er waren werken te zien van 16de-
en 17de-eeuwse Hollandse en Spaanse meesters, onder wie Rembrandt, Van Goyen,
Hobbema en Velázquez, evenals 11 schilderijen van Frans Hals, een schilder die
erg geliefd was bij de Belgische realistische schilders omwille van zijn
directe toets en expressieve gezichten. Bij
die gelegenheid wijdde Louis Dubois, onder het pseudoniem Hout, verscheidene
artikelen aan Frans Hals. Het meest bewonderde doek van de Hollandse meester was
Hille Babbe.
De overeenkomst tussen Hille Babbe – een doek dat Pantazis
ongetwijfeld op deze tentoonstelling had gezien – en Mère B. is opvallend, vooral in de gelaatstrekken: de
halfopen mond, de krachtige neus en het gerimpelde voorhoofd. De
toets van Pantazis, hoewel duidelijk geïnspireerd op die van Frans Hals, lijkt echter
vlakker en bedaarder, waardoor het werk wat zwaarder oogt.
Pantazis schilderde Mère B. tijdens een verblijf in Anseremme. Het
gaat om mère Boussingault
(1789-1877), kokkin van de herberg Au
Repos des Artistes. In zijn boek over Félicien Rops schrijft Camille
Lemonnier: “De herberg waar we, ondanks de krappe kamers, met z’n allen in
konden, was een oase waarin we, in kleine groepjes, vanuit de Brusselse
ateliers het groen kwamen opzoeken. Het zijn verre herinneringen, maar door ze
op papier te zetten kan ik opnieuw het beeld oproepen van de zware baarden en
getaande wangen die, vanonder de parasols, boven de omheiningen tevoorschijn
kwamen wanneer een onbekend gezicht opdook. En ik
herken nog de silhouetten, ik herken de gebaren, ik vind het leuk de
camaraderie te reconstrueren die heerste rond de grote tafel waarop, in de
middaghitte, tijdens dat verschrikkelijke uur van de vliegen, de garbure van mère Boussingault stond te dampen. Maar
velen van hen zijn ondertussen verdwenen, enkel nog een schaduw: Pantazis,
Lambrichs, Heurteloup, Fontaine, Dandoy, Agneessens, Vander Hecht en Rops zelf…”
Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, C. Ekonomides
Bronnen
LEMONNIER, C., Félicien Rops, l’homme et l’artiste, Henry Floury, Parijs, 1908, nieuwe uitgave Séguier Éditions, 1997
Zie origineel bestand van dit object : balat.kikirpa.be
ColofonDiscussie