Galarok

Rok, ca. 1865-1867

Naaldkant, gaaskant. 

Vooraan korte overrok die naar achter toe verlengt en die de vorm heeft van de crinolines uit de jaren 1865-1868: gerend vooraan en opzij, maar elipsvormigellipsvormig achteraan. Tekening met naturalistische bloemen in een rijk bloemendecor met zes, uit rozen, pioenrozen, margrieten, zaaddozen en wingerdbladeren bestaande ruikers die groter worden naar de achterkant van de rok toe en die zich bevinden tussenin medaillons, gevormd door langgerekteverticale boeketten van irisbladeren en vergeetmijnietjes en boven een band van met cirkelvormige motieven opengewerkte rocailles. De gelobde rand van de rok wordt gevormd door de bloemen en bladeren van een guirlande (rozen, pioenrozen, sneeuwballen, dahlia’s, wingerd en druivenbladeren) die zich over de rocailles slingert en de driehoekige tuilen daartussen. 

Buitengewoon verzorgde tekening en technisch verbluffende uitvoering met schaduweffecten in de bloemen, perspectivische vervormingen en geborduurde ‘parels’ die de bloemen ophogen. De japon is gemaakt naar een model uit die tijd.