Datum

1864

Materialen

Stijl

Realisme

Opschriften

"Aux Comtes d'Egmont et de Hornes Condamnés par Sentence inique du duc d'Albe et Décapités à Bruxelles 5 juin 1568. Aan de Graven van Egmont en Hoorn Onrechtvaardig Veroordeeld door de Hertog van Alva en Onthoofd te Brussel de 5 Juni 1568" (aan de voorzijde van de sokkel)

Inventaris nummer

SAB_SCU_49

Identifier Urban

97981
lees meer

Beschrijving

Het beeld van de graven Egmont en Hoorn werd gemaakt door Charles-Auguste Fraikin, een Belgisch beeldhouwer en schilder, die bekend is van onder andere de Rouppe fontein. Zijn sculptuur van Egmont en Hoorn stond van 1864 tot 1877 op de Grote Markt van Brussel voor het Broodhuis. Het beeld werd in 1877 verwijderd wegens restauratiewerken aan datzelfde Broodhuis. De graven bleven slechts korte tijd afwezig uit de publieke ruimte en werden in 1879 overgebracht naar hun huidige standplaats: de Kleine Zavelsquare.

Het werk was reeds vanaf haar conceptie een controversieel gegeven. Zelfs de keuze voor Lamoraal van Egmont (1522-1568) en Philips van Hoorn (1524-1568) als onderwerp voor het beeld was niet vrij van kritiek of discussie in de Brusselse gemeenteraad. Zo was er discussie of beide mannen het waardig waren om een beeld te krijgen. Egmont zou zich onwaardig gedragen hebben in aanloop naar zijn executie en zelfs om vergiffenis gesmeekt hebben. Tot slot werd in 1859 beslist dat het standbeeld, niet omwille van haar historische accuratesse maar om haar hagiografische benadering, die bijdraagt aan een nationaal gevoel, zou worden opgericht.

In 1862 kreeg een criticus van Le Journal des beaux-arts de kans om in het atelier van Fraikin een eerste model te bezichtigen. Hij kon het gebrek aan historische correctheid vergeven aangezien hij begreep dat het hier niet over een herinnering aan een historische gebeurtenis ging maar over ‘de verheerlijking van de Belgische onafhankelijkheid’. In 1864 werd het ontwerp goedgekeurd door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en geplaatst voor het Broodhuis. Dit was de exacte plaats waar de beide heren op 5 juni 1568 onthoofd werden, na hun veroordeling door de Hertog van Alva (1507-1582), de tirannieke Spaanse landvoogd van de Nederlanden, voor onder andere majesteitsschennis. Ze hadden Alva tegen hen in het harnas gejaagd door hun deelname aan het Eedverbond der Edelen (1565), een vereniging van edelen die zich wensten te verzetten tegen de strenge Spaanse inquisitie. Dit werd gezien als een ondermijning van het koninklijk gezag. De twee mannen staan afgebeeld met strijdvaardige blik, in een soort omhelzing net voor hun executie. Hun beeltenis werd geplaatst op een hoge sokkel die hun wapenschilden droeg, geflankeerd door twee lansknechten. De ene een soldaat van de lichte cavalerie, onder het bevel van de graaf van Egmont bij de slag bij Grevelingen (1558), de ander een soldaat van de zware cavalerie, onder het bevel van de graaf van Hoorn bij de slag Saint-Quentin (1557). In het midden was een inscriptie aangebracht in het Frans en Nederlands:

‘Aan de graven van Egmont en Hoorn, onrechtvaardig veroordeeld door de Hertog van Alva en Onthoofd te Brussel de 5 juni 1568.’

‘Aux Comtes d'Egmont et de Hornes Condamnés par Sentence inique du duc d'Albe et Décapités à Bruxelles 5 juin 1568.’

Deze inscriptie was op zijn beurt weer het onderwerp van een kleine politieke en taalkundige rel. Fraikin had de stad verzocht een tijdelijke tweetalige inscriptie aan te brengen. Dit gegeven werd in eerste instantie toegejuicht, aangezien het de eenheid benadrukte. Doordat de inscriptie tijdelijk was, werd het niet als bijzonder erg gezien dat er een grammaticale fout in de Franse tekst geslopen was. In 1865 werd in de gemeenteraad beslist om de tweetalige inscriptie te vervangen door een Latijnse tekst. Deze beslissing werd onderworpen aan sterk verzet langs Vlaamse kant. Hun verzet was achteraf gezien succesvol aangezien de tweetalige inscriptie behouden bleef, mits een grammaticale correctie in de Franse tekst.

Nadat het beeld op de Kleine Zavelsquare werd geplaatst, maakte Henri Beyaert (1823-1894), de architect van de square, van dit beeld zijn centrale punt. Hij plaatste tien marmeren beelden in een halve cirkel rond Egmont en Hoorn, deze marmeren sculpturen moesten, samen met de twee graven, in de geest van de inrichtende overheid van de 19de eeuw een 16de -eeuws ‘pantheon’ van België vormen. Op deze manier werd de identiteit van de jonge natie historisch geënt. Over deze opstelling kwam er in 1882 echter wat kritiek van sommige schepenen die vonden dat het onaanvaardbaar was dat Willem De Zwijger (1533-1584) en Philips van Marnix van Sint-Aldegonde (1540-1598) ondergeschikt werden aan Egmont en Hoorn. Tot slot was het volgens hen not done dat Willem en Philips ook nog eens op gelijke voet gesteld werden met veel minder belangrijke figuren. Aan deze protesten werd er echter geen gehoor gegeven en de opstelling, zoals we deze vandaag kennen, werd behouden.

Alle beelden van de fontein van de Kleine Zavelsquare werden in 1997 gerestaureerd onder leiding van architecte Barbara Van der Wee en met financiering van de Cornelis Floris Stichting. 

Bronnen

1964 Lesoir 05 02 : Louis Robyns de Schneidauer.

RENOY, G., Le Sablon, Rossel, Brussel, 1982, p.59-71.

Vereniging voor het Kunstpatrimonium vzw ., Zavel: de wijk en de kerk, coll. Brussel, stad van kunst en geschiedenis, nr 9, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 1994, p.39-47.

WASSEIGE, M., “De Kleine Zavel: een geschiedenis van de natie”, in Kunst en Openbaar Erfgoed, Brussels-Hoofdstedelijk Gewest, 1999, p.103-108.

DEROM, P. (dir.), De beelden van Brussel,  Galerie Patrick Derom, Pandora, 2000, p. 82-87.

DEROM, P., De beelden van Brussel. Inventaris, Patrick Derom Gallery, Brussel, 2002, p. 47-55.

PIRON, P. Dictionnaire des artistes plasticiens de Belgique des XIXe et XXe Siècles, Xavier Mellery, Editions art in Belgium, 2003, Tome 2 p.159.

BELIRIS, Restauration du Square du Petit Sablon- Restauratie van de Kleine Zavelsquare, 2014, https://www.beliris.be/nl/projecten/restauratie-kleine-zavel-square.html.

Colofon

Discussie