plus de photosmoins de photos
close the map

Kerk Sint-Joost

Geschiedenis van de instelling

Er zijn bewijzen dat in het gehucht al in 1361 een kapel stond die van het kapittel van Sint-Goedele afhing en gewijd was aan Sint-Joost en aan de Heilige Maagd. Pas in de 16de eeuw verwierf de kapel haar eigen rechten. Alleen aan de hand van de begraafplaats en een klokkentoren kan men een vaag idee krijgen van de architecturale structuur van dit eerste gebouw, dat in 1580 door calvinisten werd vernield. De kapel lijkt echter vrij snel te zijn herrezen: al in 1599 werd het koor heropgebouwd. In 1714 werd de kapel vergroot, in 1777 werd ze helemaal herbouwd. De kerk zou in 1833 gerestaureerd worden en opnieuw vergroot. Van dan af gaat men onder invloed van de bevolkingsgroei en de concurrentie van prestigieuzere gebouwen plannen maken voor een nieuwe kerk. Toch zou de dorpskerk pas op het einde van de 19de eeuw verdwijnen bij het optrekken van de hoofdgevel van het nieuwe gebouw. Op 22.11.1858, na vier jaar discussiëren, werd uiteindelijk gekozen voor de bouw op de plaats van de voormalige Sint-Joostkerk. De nieuwe kerk werd gebouwd naar plannen van architect  J.F. Vander Rit; de sacristie, het koor, het transept en vier traveeën werden in mei 1865 ingewijd. In mei 1867 legde J.F. Vander Rit zijn plannen voor de bouw van de toren voor. Hij zou die echter niet volledig kunnen uitvoeren en nam ontslag op 4 juni 1867. De werkzaamheden zouden voortgezet worden onder leiding van architect Jules Van Ysendijck, die belast werd met de afwerking van het oksaal, de narthex en het uitwerken van de voorgevel. Afwerking van de gevel in 1890, afwerking van de toren in 1891, wijding op 21 oktober 1891. In 1906 zou J.J. Van Ysendijck zou zich wijden aan de restauratie van het gewelf, waarvan een deel was ingestort. In 1913 werd de oorspronkelijke leien dakbedekking vervangen door een zinken. De Duitse bezetter liet in 1943 de klokken weghalen. Ze zouden slechts in 1952 worden vervangen. Rond 1960 werd in de kelder een "crypte" ingericht. In 1978-1979 vonden omvangrijke restauratiewerkzaamheden plaats, met o.a. het openbreken van de muren onder de toren, wat tot de afbraak leidde van de zijgangen en de eiken portalen die hiertoe toegang verleenden, het vergroten van de "crypte", de vervanging van de houten trappen en parketvloeren door beton. De neobarokke gevelopstand doet denken aan de "jezuïetenstijl", en door haar globale indeling herinnert ze aan de Sint-Vincent van Bloiskerk, terwijl het interieur gelijkenissen vertoont met dat van de Sint-Jan-Baptist ten Begijnhofkerk te Brussel. Deze kerk met basilicaal grondplan omvat een narthex van één travee, een schip van vijf traveeën met zijbeuken, een niet-uitstekend dwarsschip, een koor van één travee, afgesloten door een halfronde apsis en met aan beide kanten een zijaltaar met halfronde apsis, en aan de westkant een sacristie. Schip, zijbeuken en transept onder zadeldak. Aan de zuid- en de oostkant steunt het bouwwerk op een trede.

Bron: site van het bouwkundig erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

Collectie

De kerk bezit een opmerkelijk hoofdaltaar met monumentaal retabel uit 1618, vervaardigd naar Pieter-Paul Rubens. Aanvankelijk was dit retabel geschonken aan de Onze-Lieve-Vrouw Ter Kapellekerk, maar in 1870 werd het overgebracht naar de Sint-Joostkerk, terwijl er restauratiewerkzaamheden plaatsvonden in de Kapellekerk. Dit hoofdaltaar wordt als een topstuk gezien. 

Daarnaast omvat de kerk liturgisch meubilair uit de tweede helft van de 19de eeuw en een romantisch doksaalorgel van François-Bernard Loret (1871). 

Tot het beeldhouwwerk in de kerk behoort een 17de-eeuws beeld van Sint-Joost als pelgrim, van gepolychromeerd hout en zilver; een beeld van Sint-Jozef en het Kind Jezus onderweg (1875); een beeld van Sint-Joost in monnikshabijt, van het einde van de 19de eeuw; een kruisweg in veertien staties in hoogreliëf en gevat in lijstwerk (1875-1876). 

Enkele schilderijen: de Voorspraak van Sint-Nicolaas van Tolentino bij de Maagd Maria (L. Blendeff); de Aanbidding van herders en Onderwijzende Jezus tussen de rechtsgeleerden (Charles Salico, 1859); de Heilige Familie tussen spelende engeltjes (17de eeuw).

Het grote belang van de collectie rechtvaardigde een fotografische missie uitgevoerd door KIK op verzoek van het Brusselse Gewest. Deze missie werd uitgevoerd in 2019.


Bibliografie 
LAPORTE, J., De Sint-Joostkerk en haar geschiedenis, Brussel, 1991.

Colofon

Instelling die voor de collectie verantwoordelijk is: Kerkfabriek van de Kerk Sint-Joost

De collectie die op de site van het Gewest voorgesteld wordt, is in hoofdzaak het resultaat van een samenwerking tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest(Urban.brussels) en het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK)

Herkomst van de foto's : Bij elke foto hoort een legende en een copyright dat de verantwoordelijke instelling of de auteur vermeldt. Met betrekking tot de collectie van de kerk werd in 2019 op initiatief van het Urban een specifieke foto-opdracht uitgevoerd door het KIK, waaraan de fotograaf Barbara Felgenhauer meegewerkt heeft.

Creatie, onderzoek en redactie van de inventarisfiches : Alle fiches van de collectie van de kerk werden gecreëerd door Constantin Pion (KIK) en Adrien Dominique (KIK / URBAN), evenals door andere KIK-medewerkers.

Vertaling : Erik Tack

Nalezing: Koen Raeymaekers

Dankwoord: Philippe Roland en Josse Laporte (kerkfabriek).


Praktische info

Leuvensesteenweg 99 - 1210 Sint-Joost-ten-Node
https://www.lescoteaux.be/saint-josse

Op monument.heritage.brussels

Vinden Kerk Sint-Joost op
het inventaris van het bouwkundig erfgoed.