Mevrouw de Jardin

Émile Vauthier werd geboren in een kunstzinnige burgerfamilie in Elsene. Hij kreeg zijn eerste tekenlessen van de Antwerpse schilder Henri de Braekeleer (1840-1888), een vriend van de familie, voordat hij leerling werd van Louis Pion (1851-1934) en Alfred Cluysenaar (1837-1902). Daarna studeerde hij schilderkunst aan de Academie voor Schone Kunsten van Brussel en aan de Academie van Düsseldorf, in de ateliers van Hugo Crola (1841-1910) en Adolf Schill (1848-1911). In 1896 exposeerde hij op het Salon van Brussel. Hij nam regelmatig deel aan tentoonstellingen in Gent, Antwerpen en Namen. Hij specialiseerde zich in portretten en was erg populair bij de Brusselse bourgeoisie. In 1908 schilderde hij portretten van Leopold I en Leopold II voor de officiersmess van de Brasschaatse schietschool. Naast zijn carrière als schilder was Vauthier ook kunstcriticus en toneelschrijver. Rond 1909 richtte hij in de Godecharlestraat 16 in Elsene zijn atelier in, dat hij vanaf 1930 deelde met de schilder Victor Abeloos (1881-1965). Van 1922 tot 1929 was hij directeur van de École des arts décoratifs et industriels in Elsene.

Vier jaar voordat hij het Portret van Meneer de Jardin maakte, schilderde Vauthier het portret van Mevrouw de Jardin. In dit portret benadrukt de kunstenaar eerder de sociale status dan de persoonlijkheid van het model. Mevrouw de Jardin draagt een zwarte receptiejurk met een kanten kraag. Ze draagt twee broches op haar bovenlijfje en een halsketting om haar nek. Op haar schouders rust een nadrukkelijk uitgewerkte boa waarvan de zachtwitte veren contrasteren met de donkere jurk. De donkere achtergrond van het schilderij laat haar lichte teint goed uitkomen. De gelaatstrekken worden verzacht door een licht sfumato. 

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, C. Ekonomides, 2022