Datum

Tussen 1927 en 1956

soort van object

Materialen

Techniek

Stijl

Realisme
symbolisme

Opschriften

"Fl. Bruneau" (geschilderd, onder rechts)

Afmetingen

hoogte 100 cm — wijdte 80 cm

Inventaris nummer

806

Identifier Urban

39308
lees meer

Beschrijving

Florimond Bruneau kwam uit een bescheiden familie. In 1896 behaalde hij het diploma van leraar, een beroep dat hij een aantal jaren uitoefende. Daarna ging hij het Journal de Leuze leiden. Rond 1907 verhuisde Bruneau naar de Marnestraat 21 te Schaarbeek en werd hij penningmeester van de Commissie voor Openbare Onderstand. Tegelijkertijd werd hij autodidact in de schilderkunst, die hij zonder onderbreking tot het einde van zijn leven beoefende. Zijn omvangrijke oeuvre omvat verschillende genres: landschappen, dorpsgezichten, stillevens en portretten. Tijdens zijn carrière stelde hij heel weinig tentoon: in 1927 in La Cimaise; in 1939 in de Cercle artistique et littéraire van Brussel; in 1941 in Le Régent; in 1948 in La Toison d'Or. In 1953 werd een overzichtstentoonstelling van zijn werk gehouden in het Théâtre de Poche.

Florimond Bruneau schilderde bijna nooit naar de natuur. Het was in de rust van zijn atelier in Schaarbeek dat hij mediteerde en zijn werken creëerde. Het was echter tijdens zijn artistieke omzwervingen in Vlaanderen, de Ardennen, Nederland en Bretagne dat hij de meeste inspiratie opdeed voor zijn landschappen en stads- en dorpsgezichten.

Léon Weustenraad, voormalig burgemeester van Schaarbeek, merkt in dit verband het volgende op: “ De ses promenades dans les campagnes et les rues des villes, il repère les endroits mystérieux dont il prend des annotations qui lui serviront lorsqu’il se retranchera dans son atelier ” .*

Dit uitzicht op het dorp Chassepierre getuigt van deze praktijk. Onder een donkere, stormachtige hemel schildert de kunstenaar hier een paar dorpshuizen, een weg en een brug. De ongedwongen penseelvoering, de expressiviteit van de kleur en het contrast van licht en schaduw creëren een dromerig effect. Kunstcriticus Paul Caso zag het zo: “Florimond Bruneau avait écarté le système qui s’interpose comme voile entre la pensée et les forces mystérieuses qui remontent du subconscient. Ces forces, il ne les avait jamais méconnues ni refoulées. Il s’employait à les démêler parce qu’elles étaient, selon lui, le seul bien propre qui appartint à l’homme, à l’artiste.” **

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, C. Ekonomides, 2022

* [Tijdens zijn wandelingen door het platteland en de straten van de steden zag hij mysterieuze plekken waarvan hij aantekeningen maakte die hem van pas zouden komen wanneer hij zich terugtrok in zijn atelier].

** [ Het systeem dat zich opwerpt als een sluier tussen het denken en de mysterieuze krachten die opkomen uit het onderbewuste, had Florimond Bruneau overboord gegooid. Hij heeft deze krachten nooit genegeerd of onderdrukt. Hij ontrafelde ze, omdat ze volgens hem het enige goed waren dat toebehoorde aan de mens, aan de kunstenaar.]

Bronnen

Over het werk

Gemeente archieven Schaarbeek (Patrimoine artistique, XIII.A.02.S01.D229).

Over de kunstenaar :

LECLERCQ DE SAINTE-HAYE, « Florimond Bruneau », in : Anthologie des Artistes belges contemporains, IV, Brussel, 1939, z.p.

DE GHELDERODE, M., « Florimond Bruneau », Le Cahier des Arts, oktober 1957.

DETRY, A., Les Peintres du XXe siècle en Hainaut, Bergen, 1984, p. 48.
Colofon

Discussie