Hiver en forêt (Winter in het bos)

Lucien Frank werd geboren in een burgerlijk gezin dat in Brussel was gevestigd. Hij was schilder, aquarellist, tekenaar en pastellist. Zijn bewondering voor het werk van Joseph Coosemans (1828 - 1904) en Hippolyte Boulenger (1837 - 1874) zette hem ertoe aan te gaan schilderen op de welbekende plekken van Tervuren en omgeving. Vanaf 1880 schilderde Frank in de openlucht in het Zoniënwoud en in de streek rond Waver, in een stijl die aanleunde bij de naturalisten en de Belgische luministen. Tussen 1888 en 1900, tijdens verschillende verblijven in Parijs, ontdekte hij de kunst van Manet, Sisley en Pissarro, die voor hem een revelatie waren. Zijn toets werd vrijer en zijn uitvoering spontaner, verlevendigd met heldere en opgewekte kleuren. Aan het einde van zijn leven werd zijn schilderwijze nog preciezer, terwijl zijn palet fel, harmonieus en verfijnd bleef. Lucien Frank nam deel aan talrijke tentoonstellingen van kunstkring L’Essor en van de Cercle artistique et littéraire, evenals van galerie Boute, in Brussel. Zijn oeuvre, waarmee hij heel wat succes oogstte in de Brusselse artistieke kringen, werd gekenmerkt door een heel helder naturalisme dat nauw bij het impressionisme aansloot. Frank oefende een grote invloed uit op de jonge kunstenaars van de kring Le Sillon.

Winter in het bos, dat Frank rond 1880 schilderde, toont een besneeuwde bosweg in Groenendaal. Dit schilderij is meesterlijk uitgevoerd; het subtiele gamma van roze, bruine en witte tinten en de losse, genuanceerde penseelvoering verlenen het werk een grote harmonie. Door de realistische weergave en de virtuositeit waarvan Frank in zijn lichtbehandeling blijk geeft, past Winter in het bos in de stroming van het naturalisme en van het Belgische luminisme. Op subtiele wijze evoceert de kunstenaar de windstille wintersfeer. De silhouetten van twee wandelaars op de ondergesneeuwde weg verlevendigen het tafereel. Er bestaat een andere, grotere versie van dit werk met als titel Eerste sneeuw (Privéverzameling, Brussel).

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, C. Ekonomides, 2021