Interieur

De eenzame afbeelding van een vrouwenfiguur die door de zalen van het begijnhof van Anderlecht dwaalt, staat centraal in het perspectief van dit schilderij van Jean Henri Guillaume Ballewyns uit 1934, vier jaar na de opening van het Musée du Folklore. Dat museum is gevestigd in de voormalige religieuze structuur die later een opvanghuis voor behoeftige vrouwen werd. Het schilderij toont de kamers van wat ooit het kleinste begijnhof van België was. Nadat het zijn historische functie had vervuld, werd het van de sloop gered en door Daniel Van Damme (1893-1967), de eerste conservator, omgevormd tot een museum. Zoals dit schilderij laat zien, bewaarde het museum destijds enkele van de oude overblijfselen van de collegiale Sint-Pieter-en-Sint-Guidokerk in Anderlecht. Schilderijen sieren de muren, en in een hoek van de kamer op de voorgrond zien we een fragment van het bovenste deel van de deur in barokstijl die de ingang aan de achterkant van de collegiale kerk sierde (en dat momenteel nog steeds te zien is in het museum, waarvan de renovatie in de herfst van 2024 voltooid zal zijn).

Ballewyns vat de geest van de plek door middel van een aantal symbolische beelden, die de geschiedenis en de rijkdom van dit oude complex oproepen, waarvan de oorsprong teruggaat tot de middeleeuwen.

Ballewyns was een productief schilder van landschappen, stadsgezichten, interieurs en enkele portretten. Hij werd opgeleid aan de academies van Hasselt en Brussel voordat hij zich vestigde in Schaarbeek, waar hij zijn carrière ontwikkelde tussen 1896 en 1944. Hij treedt in de voetsporen van Henri De Braekeleer (1840-1888) en Henri Leys (1815-1869) in de romantische traditie van de Vlaamse schilderkunst in de tweede helft van de 19e eeuw. In zijn schilderijen vangt hij de minder opvallende en meer discrete aspecten van de genius loci.

Zijn werken bevinden zich in de musea van Hasselt en Mechelen. Andere schilderijen bevinden zich in de collecties van de gemeente Schaarbeek (Rustige plek, Bij de slotenmaker).

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, D. Prina, 2023