Bouilloire met bloemendecor in paars en grisaille
Louis Cretté
keramist, decoratieschilder.es1758-1813
Locatie
Broodhuis, Tentoongesteld
Datum
Tussen 1780 en 1790
soort van object
bouilloire
Beschrijving
De bouilloire, gemerkt "L. Cretté à Bruxelles" bestaat uit vier elementen: de komfoor, een potje, een ketel en een deksel. Het dekseltje past zowel op het potje als op de ketel. Het handvat van de ketel (in messing en gedraaid hout) en het veel eenvoudiger handvat van het potje ontbraken. Ze werden gereconstrueerd op basis van goed gedocumenteerde, gelijkaardige stukken.
Dit soort objecten in porselein ontstaat in de 18e eeuw en werd gebruikt om dranken zoals thee en wijn op te warmen. De functie van het potje blijft onduidelijk. Deze bouilloire is een uitstekend voorbeeld van de grote Franse invloed op het Brusselse porselein. Deze vorm is, dit stuk buiten beschouwing gelaten, niet gekend in Brussel en daarbuiten zijn slechts vijf andere exemplaren vorm gekend. Die vijf bouilloires worden toegeschreven aan de manufactuur van Clignancourt in Parijs. Cretté kocht waarschijnlijk zijn witgoed (het onbeschilderde porselein) in Parijs in de jaren 1780 om het nadien in Brussel te beschilderen.
Het gewaagde decor met paarse en grisaille bloemen werd allicht eerder aan het einde van de 18e eeuw geschilderd. Een theekan met gelijkaardig decor werd door Lowet de Wotrenge toegeschreven aan Jean-Georges Schmidt, een porseleinschilder die in het atelier van Cretté werkzaam was.
[Verzameling van de Fédération Wallonie-Bruxelles (inv. ACP27371), in depot bij het Museum van de Stad Brussel - Broodhuis]
Dit soort objecten in porselein ontstaat in de 18e eeuw en werd gebruikt om dranken zoals thee en wijn op te warmen. De functie van het potje blijft onduidelijk. Deze bouilloire is een uitstekend voorbeeld van de grote Franse invloed op het Brusselse porselein. Deze vorm is, dit stuk buiten beschouwing gelaten, niet gekend in Brussel en daarbuiten zijn slechts vijf andere exemplaren vorm gekend. Die vijf bouilloires worden toegeschreven aan de manufactuur van Clignancourt in Parijs. Cretté kocht waarschijnlijk zijn witgoed (het onbeschilderde porselein) in Parijs in de jaren 1780 om het nadien in Brussel te beschilderen.
Het gewaagde decor met paarse en grisaille bloemen werd allicht eerder aan het einde van de 18e eeuw geschilderd. Een theekan met gelijkaardig decor werd door Lowet de Wotrenge toegeschreven aan Jean-Georges Schmidt, een porseleinschilder die in het atelier van Cretté werkzaam was.
Bronnen
L. Lowet de Wotrenge, Essai sur la porcelaine dite de Bruxelles, Léau, 1931, pl. L.
Discussie