Mutsenslippen

Mutsenslip, midden 18de eeuw

Kloskant met doorlopende draad, vierkante tralies. Binche of

Valenciennes. Tekeningen van golvende bloementwijgen over de hele lengte van de barbes die ontspringen uit een bekken op gecanneleerde zuil als uiteinde. Sneeuwvlokkengrond die contrasteert met de motieven in linnenslag.

Deze kloskant wordt ontwikkeld in Valenciennes rond 1700, maar wordt vanaf de 19de eeuw haast uitsluitend geproduceerd in België. Oorspronkelijk is ze vervaardigd volgens de techniek

van doorlopende draden, in een doffe, ondoorzichtige linnenslag, op een grond van eerst ronde, daarna vierkante mazen. In de 19de eeuw evolueert de techniek: in 1833 worden in Ieper draden toegevoegd aan de siermotieven, terwijl in Gent, en later in Brabant, de Brusselse techniek van kant in delen wordt overgenomen.