Datum
soort van object
Materialen
- keramiek > terracotta
- minerale materialen > steen > marmer (sokkel : zwart marmer)
Techniek
Stijl
Opschriften
Afmetingen
Inventaris nummer
Identifier Urban
Beschrijving
Terwijl
hij studeerde bij Prosper Drion (Luik 1822 - Luik 1906) aan de Académie de
Liège, werd Léon Mignon aangenomen door de beeldhouwer Léopold Noppius
(Luik 1834 - Aubange 1906). In 1872 kreeg Mignon een beurs van de Fondation
Darchis. Met Rome als uitvalsbasis, verbleef hij korte tijd in Parijs
voordat hij zich daar in 1876 vestigde met de beeldhouwer Paul De Vigne (Gent
1843 - Schaarbeek 1901), die hij in Rome had leren kennen. Hij exposeerde
regelmatig en werd bekend om zijn schilderachtige onderwerpen en populaire
types, die zijn bewondering voor Léopold Harzé (Luik 1831 - Luik 1893)
weerspiegelden. Hij blonk ook uit als dierenbeeldhouwer. In 1882 verliet hij
Parijs en vestigde hij zich in Schaarbeek. Hij ontwierp verschillende grafmonumenten
voor het kerkhof van Robermont, evenals een reeks bronzen beelden die Leopold
II te paard en verschillende korpsen van het Belgische leger voorstellen en die
hij in 1889 tentoonstelde. De Belgische staat kocht kopieën van deze reeks (Brussel,
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, inv. 3241a-m; in opslag in het Legermuseum). Mignon stuurde
zijn werken vaak naar nationale, internationale en wereldtentoonstellingen.
Een volledig naakte jonge vrouw staat tegen een boomstronk geleund, terwijl ze haar linkerhand tegen haar linkerborst drukt en haar rechterhand tussen haar dijen houdt. Met haar hoofd iets naar achteren gekanteld, een glimlach op haar lippen en haar ogen wijd open, luistert ze naar een kind dat in haar rechteroor fluistert. Het kind, ook naakt, staat op zijn tenen bovenop de stronk. De erotische aard van de scène is duidelijk. Aangezien de creatie van dit werk in 1873 kan gesitueerd worden, zou het overeen kunnen komen met La Bacchante, die gemaakt werd in opdracht van de Société Franklin uit Luik en aangeboden als prijs in een tombola georganiseerd in 1873 door de Liefdadigheidscomités van het Weldadigheidsbureel (Langhor 2002, II, blz. 328 & 363).
Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, A. Jacobs, 2022
Bronnen
Over het werk:
Gemeentearchief Schaarbeek (Artistiek Erfgoed, XIII.A.02.S01.D264).
Noms d’artistes. Noms de rues (tentoonstellingscatalogus), Schaarbeek, Maison des Arts, 2001, zonder nr.
LANGOHR, S., Léon Mignon (1847-1898), Proefschrift ingediend met het oog op het behalen van de graad van licentiaat in de Kunstgeschiedenis, Archeologie en Musicologie, Université de Liège. Faculté de Philosophie et Lettres, vol. 2, 2002, p. 328, n°108.
Over de kunstenaar:
MICHA, A, Inauguration du monument Léon Mignon 21 juillet 1906, Luik, Aug. Bénard [1906].
LEMOINE, W., « Mignon (Léon) », Biographie nationale, XXXIII, supplément V (fascicule 2), Brussel, E. Bruylant, 1966, col. 491-493.
LETTENS, H., « Mignon, Léon », La Sculpture belge au 19ème siècle (Onder redactie van J. Van Lennep), II, Générale de Banque, Brussel, 1990, p. 504-507.
VAN LENNEP, J., Catalogue de la sculpture : artistes nés entre 1750 et 1882, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, 1992, p. 293-300.
LANGOHR, S., Léon Mignon (1847-1898), Proefschrift ingediend met het oog op het behalen van de graad van licentiaat in de Kunstgeschiedenis, Archeologie en Musicologie, Université de Liège. Faculté de Philosophie et Lettres, 2002, 2 vol.
ENGELEN, C. et MARX, M., La sculpture en Belgique à partir de 1830, V, Engelen, C. & Marx, M., Leuven, 2006, ill. p. 2584-2593.
KEPETZIS, E., « Mignon, Léon », Allgemeines Künstler-Lexikon, 89, Berlin/Boston, De Gruyter, 2016, p. 410-411.
Discussie