Datum

1927 (gedateerd)

soort van object

certificaat van religieuze inwijding judaïsme

Vervaardigingplaats

België, Brussel

Afmetingen

hoogte 43 cm — wijdte 31 cm

Inventaris nummer

00547

Identifier Urban

90281
lees meer

Beschrijving

Dit document werd op 12 Sivan 5687 (12 juni 1927) uitgereikt aan Ginette Pevschin, die het examen met "de grootste onderscheiding" had afgelegd. Het is opperrabbijn Ernest Ginsburger (Héricourt, 1876 - Auschwitz, 1943) die ondertekent met Joseph May (Frankfurt am Main, 1870 - 1935), voorzitter van de gemeenschap en secretaris Joseph Weil. De tekst van dit certificaat is identiek aan die van 1899, op de komma na. Het blad is gedrukt zoals bij een andere oorkonde van religieuze inwijding door de weduwe Michel Van Dantzig. Er zijn slechts drie spreuken in opgenomen, met hun Hebreeuwse vertaling, tegen vijf vroeger. Spreuken VI, 23 "Plicht is een fakkel, godsdienst een baken" en Deuteronomium VIII, 3 "De mens leeft niet van brood alleen, hij leeft van alles wat uit de mond van God komt" zijn opgenomen, maar "Het is een levensboom voor wie zich eraan vasthoudt" (Spr. III, 18). 
De decoratie is onder leiding van D. Sudowicz ingrijpend veranderd. De tafelen der wet met hun Hebreeuwse opschriften, waaruit licht schijnt, en de menora, waarvan de lonten rook verspreiden, zijn gehandhaafd, maar zij zijn geplaatst naast een enorme palmboom, een struik en planten waaruit mirtebomen groeien op een betonnen steunpilaar. Het enige ornament is een vreemde reproductie van het stempel van het Belgische Grootrabbinaat met de Belgische leeuw. Op de achtergrond is de gevel van de synagoge van de Brusselse gemeente te zien. Deze beschrijving van het modernistisch bedoelde document toont de verarming van de door de sponsors aanvaarde inhoud. 
Geneviève Janssen-Pevtschin (24 februari 1915 - 11 november 2011), ook bekend als Ginette Pevtschin, was een Belgisch advocate en de eerste vrouwelijke magistraat in België. Ze was ook een actief lid van het Belgische verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar ouders waren Joods en van Russische afkomst. Zij studeerde rechten aan de Université Libre de Bruxelles en werd in 1937 advocaat bij het Hof van Beroep van de hoofdstad. De Tweede Wereldoorlog onderbrak haar carrière en leidde haar naar het verzet in de groep "Zero". Ze speelde een belangrijke rol in de publicatie van "Libre Belgique" en in mei 1943 werd ze gearresteerd door de Gestapo. Ze overleefde martelingen, gevangenschap en dwangarbeid in nazi-Duitsland. Voor haar diensten tijdens de oorlog werd zij benoemd tot Officier in de Orde van de Kroon met Palmen, ontving zij een militair kruis en werd zij bevorderd tot Kapitein ARA (Inlichtingen- en Actieofficier). Na de oorlog werd zij de eerste Belgische vrouwelijke magistraat toen zij in november 1948 tot rechter van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel werd benoemd. Van 1981 tot 1985 was zij voorzitster van het Brusselse Hof van Beroep.
Colofon

Discussie