Binnendeur

In de koninklijke crypte bevinden zich twee dubbele deuren die de toegang afsluiten tot twee grafkamers die door koning Albert I zijn ingericht. Ze bevinden zich aan weerszijden van de trap die naar de kerk leidt. De deurkozijnen zijn versierd met gebeeldhouwde bas-reliëfs en worden bekroond door mozaïektimpanen.

Deze deur bevindt zich links van de trap, onder het timpaan met de Bewening van Christus. De signatuur rechtsonder op de rechterdeurvleugel vermeldt alleen de naam van de goudsmid: Henri-Joseph Holemans. De rechterdeur heeft een uitgebreidere signatuur, die ook de ontwerper van de projecten vermeldt: H. Lemaire. Holemans is een Brusselse edelsmid die vooral bekend is om zijn art-decostijl liturgische voorwerpen en vaatwerk, en wiens belangrijkste werken deel uitmaken van de schat van de basiliek van Koekelberg. Voor hetzelfde gebouw vervaardigde hij ook een dubbele bronzen buitendeur, waarmee hij aantoonde dat hij in staat was om opdrachten voor grote objecten uit te voeren.

Op elke vleugel zijn twee brullende leeuwen en een kroon met daarboven de initiaal van koning Albert I, ingelast in vierkanten op punten, boven elkaar geplaatst. Plantaardige en bloemrijke friezen sieren de hele deur, met bijzonder gevarieerde plantensoorten. Van de ene deur naar de andere hergebruikt de edelsmid minstens twee keer hetzelfde friesmodel. Het reliëf van deze motieven is licht, terwijl op de kruispunten van de friezen leeuwenkoppen en kronen in een meer geaccentueerd reliëf zijn weergegeven. Leeuwenkoppen met een ring, met een nog meer geaccentueerd reliëf, dienen als handgrepen.

Kunsthistorica Judith Ogonosky, die het werk van Holemans heeft bestudeerd, geeft aan dat de deuren 2200 kilo wegen en van geslagen brons zijn gemaakt.