Datum

1935

Techniek

Stijl

art deco

Vervaardigingplaats

Brussel

Opschriften

"S.S.O CORDI PIACULARE OBLATUM MCMXXXV" (gegraveerde plaat, onder de voet)
"HOLEMANS BRUXELLES" (meesterteken, onder de voet)
"950" (onder de voet)

Afmetingen

hoogte 17 cm — wijdte 15 cm — diameter 12.7 cm (Kelk; breedte van de voet en diameter van de kelk)
diameter 14 cm (Pateen)

Identifier Urban

104399
lees meer

Beschrijving

De edelsmid Henri-Joseph Holemans volgde een opleiding decoratieve kunsten aan de Sint-Lucasschool in Sint-Gillis, waar hij in 1919 afstudeerde. Waarschijnlijk was het zijn ontmoeting met edelsmid Théodore Bisschop die hem op het spoor zette van het werken met edelmetaal. Hij zou in de loopgraven in de edelsmeedkunst zijn ingewijd; na de oorlog verdiepte hij zich verder in deze praktijk en opende hij in 1920 zijn eigen atelier, waarbij hij de handelszaak van Bisschop overnam. Aanvankelijk werkte hij in een historiserende stijl, maar later schakelde hij over op een meer uitgepuurde stijl, kenmerkend voor de Art Deco, waarvan hij een van de belangrijkste Belgische vertegenwoordigers was op het gebied van edelsmeedkunst, terwijl hij zich sterk liet inspireren door de vormen van de natuur. Zo sluit hij ook aan bij de kunstschool van Maredsous, die een verfijnde esthetiek voorstaat, in verbinding met de diepe symboliek van de kerk. In zijn creaties gebruikt de edelsmid kostbare en gevarieerde materialen waarvan hij de specifieke eigenschappen, zowel op technisch als esthetisch vlak, perfect beheerst. Net als Marcel Wolfers beheerst ook Holemans de techniek van de Japanse lak. Zijn werk getuigt van een echte decoratieve gevoeligheid. Hij vervaardigt een reeks belangrijke liturgische edelsmeedwerken voor de Nationale Basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg, waarvan sommige stukken van zeer hoge kwaliteit zijn.
Ook andere kerken in Brussel hebben werken van Holemans in hun bezit.

Deze kelk zou door Holemans zijn gemaakt voor kanunnik Théophile Joseph Barette, de eerste pastoor van de Nationale Basiliek van Koekelberg. De versiering is sober, de verhouding tussen de esthetiek en de verscheidenheid aan gebruikte materialen is evenwichtig. De rondingen zijn strak en de vormen nauwkeurig en verfijnd, waardoor het object perfect leesbaar blijft. Lapis lazuli, een steen die bekend staat om zijn zeer uitgesproken blauwe pigment, wordt gebruikt voor de knoop van de kelk, net zoals malachiet bij andere heilige vazen die gemaakt zijn door Holemans. Onder de knoop bevindt zich een fries van kleine vierkante parelmoeren cabochons. Het motief op de voet – twee herten die drinken uit een fontein – wordt door Holemans in verschillende van zijn werken hergebruikt. Om aan de groeiende vraag te voldoen, ontwikkelt de edelsmid namelijk een repertoire en verwisselbare modellen die van het ene werk naar het andere kunnen worden hergebruikt, maar toch individueel aanpasbaar blijven. De waterbron, met daarboven het kruis, is een symbool van leven. Het stromende water vormt een rand die de hele omtrek van de zevenhoekige voet benadrukt. De silhouetten van de herten zijn gelakt en het kruis bestaat uit fragmenten van eierschalen. De ronding van de schaal wordt gemarkeerd door licht uitstekende randen die die van de voet verlengen. De binnenkant van de schaal, in verguld zilver, is gehamerd.

De vaas wordt vergezeld door een pateen van zilver en verguld zilver. De achterkant is versierd met een golvende gouden rand en in het midden bevindt zich een achthoekig plaatje met het Heilig Hart van Christus. Acht blauwe halfedelstenen maken het geheel compleet.

Auteur van de beschrijving : Noémie Petit (Urban.brussels).

Bronnen

J. VANDENBREEDEN et R.M. DE PUYDT, Basiliek/basilique Koekelberg art-decomonument/monument art déco, Bruxelles/Tielt, Racines/Lannoo, 2005, pp. 137-138.

J. OGONOVSZKY, « Les œuvres d’art de l’orfèvre religieux Henri Joseph Holemans réalisées pour la Basilique nationale du Sacré-Cœur de Koekelberg », dans : Annales d’Histoire de l’Art et d’ArchéologieX, 1988, pp. 58 et 60. 
Colofon

Discussie