Datum

Tussen 1673 en 1678

soort van object

Materialen

Opschriften

"QUIS [ERGO] NOS SEPARABIT A CHARITATE [CHRISTI ?] ROM.VIII." (Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? (Romeinen 8:35))

Afmetingen

hoogte 106.7 cm — wijdte 78.5 cm — diepte 47 cm

Identifier Urban

31150
lees meer

Beschrijving

In de 16de eeuw werd in de Zavelkerk een grafkapel opgericht op vraag van graaf François de Tassis (1459-1518). Twee eeuwen later werd de kapel van Tour en Taxis op initiatief van Claude Lamoraal II (1621-1676) vergroot en voorzien van nieuwe marmeren beelden. Dit beeld maakte deel uit van de nieuwe aankleding van de kapel en was één van vier beelden die opgesteld stonden in de nissen van de kapel in de Zavelkerk te Brussel.

Twee van de beelden, Caritas en Veritas (De Waarheid), werden op basis van stilistische vergelijking met andere gekende werken toegeschreven aan de Brusselse beeldhouwer Jan Van Delen. De twee overige beelden, Spes (De Hoop) en het verloren gegane Fides (Het Geloof), zijn afkomstig van de hand van de beeldhouwer Gabriel Grupello (1644-1730). De vier beelden verbeelden allegorieën van de drie goddelijke deugden en de Waarheid. Samen maakten ze deel uit van de iconografische familiepropaganda die werd toegepast in de totaalinrichting van de kapel van Tour en Taxis. De familie wilde hiermee haar ‘nieuwe’ afkomst, na de verheffing in de adelstand en de connectie met Italiaanse edelen uit Milaan, verduidelijken en verheerlijken.

Over het leven van Jan Van Delen is weinig bekend. Hij werd rond 1644 geboren in Brussel en werd in 1664/1665 als meester opgenomen in het Gilde van de Vier Gekroonden — de verzamelgilde van metselaars, steenkappers, beeldhouwers en leidekkers. Hij werkte voornamelijk in opdracht van lokale kerkelijke instanties, al is dat moeilijk te bewijzen gezien zijn overgeleverde oeuvre vrij beperkt is.

De beeldengroep Caritas bestaat uit drie figuren: een jonge vrouw en twee meisjes (putti). Het eerste meisje ligt op de schoot van de vrouw, terwijl het tweede aan haar voeten staat. Beide zijn mollig weergegeven; hun huid plooit bij de gewrichten en de elleboog is vormgegeven met een techniek die kenmerkend is voor de beeldhouwer: een bol in het midden van een holte. De jonge vrouw zit in een ongemakkelijke houding. Ze draagt weelderige kleding en heeft een verfijnd kapsel met vlechten die samenkomen in een knot. Haar gelaat is geïdealiseerd. De interactie tussen de drie figuren straalt een grote tederheid uit. De driehoeksverhouding in hun blikken benadrukt de kern van het beeld: de onbaatzuchtigheid van moederlijke liefde.

Caritas werd in 1793, samen met de beeldengroep van Grupello, door Franse vertegenwoordigers van het Comité voor Openbare Veiligheid (de Franse revolutionairen) uit hun nissen gehaald. De beelden gingen verloren en werden nooit officieel aan België teruggegeven. In 2012 werd Caritas echter ontdekt in een privéwoning in Parijs door een beeldenspecialist van het veilinghuis Christie’s. Het werk werd vervolgens te koop aangeboden op een veiling in Londen en verworven door de Koning Boudewijnstichting. In 2012-2013 werd het beeld gereinigd door het KIK-IRPA. Na een tentoonstellingsperiode in het Museum voor Schone Kunsten in Brussel werd de beeldengroep uiteindelijk teruggebracht naar haar oorspronkelijke plaats in de Zavelkerk.

Bronnen

PATIGNY, G., LEIRENS, I, «La chapelle Sainte-Ursule», in BOELENS-SINTZOFF (dir.), L'église Notre-Dame du Sablon, Bruxelles, 2004, p. 184-197.

LOCK, L., Caritas, Jan van Delen, Koning Boudewijnstichting, Brussel, 2013.

FRÈRE,W., PATIGNY, G., Jan Van Delen (ca.1635-1703), Catalogue raisonné, 2015,  https://balat.kikirpa.be/pdf/index.php?lookup=Vandelen_OC4.


Zie ook het informatieblad over dit object op : www.erfgoed-kbs.be

Colofon

Discussie