Datum
soort van object
Techniek
Stijl
Opschriften
Afmetingen
Inventaris nummer
Identifier Urban
Beschrijving
De eerste keer dat Aimable Dutrieux een portret schilderde van
Marie-Henriette van Habsburg-Lotharingen (1836-1902), was ze net getrouwd, in
1853, met de hertog van Brabant en erfgenaam van de Belgische troon, Leopold
(1835-1909). De buste van de hertogin van Brabant maakte deel uit van een set
die in 1854 in opdracht van de koninklijke familie werd gemaakt, waaronder ook
een buste van haar jonge echtgenoot. Dutrieux, afkomstig uit Doornik en
leerling van Guillaume Geefs (1805-1883), had al voor de koninklijke familie
gewerkt en zou ook tijdens het bewind van Leopold II opdrachten van haar krijgen.
Deze bronzen buste van de koningin maakt deel uit van een andere set uit
1873, met een buste van de koning als tegenhanger. Met haar serene blik en
nobele houding heeft de koningin haar haar opgestoken in een knot en draagt ze
een bloemige tiara. Haar jurk met blote schouders laat haar juwelen zien, die
bestaan uit een imposante halsketting met een kruisvormige hanger van
edelstenen en een broche die op het decolleté is bevestigd. Een van de motieven
in het ensemble verwijst naar een van de symbolen van het Huis van Habsburg,
het heraldische vuurijzer, dat kenmerkend was voor de kragen van de Orde van
het Gulden Vlies, de onderscheiding die Leopold II op de buste droeg als
tegenhanger.
De iconografie suggereert een sterke dynastieke alliantie: de twee bronzen beelden passen perfect bij elkaar. In realiteit was dat niet het geval bij het koninklijke paar. Het huwelijk, geregeld door koning Leopold I met als doel de dynastie te versterken, had twee extreem verschillende persoonlijkheden verenigd. Het karakter van Marie-Henriette, een nieuwsgierige vrouw met een creatieve en vrije geest, een passie voor paardrijden, een muziekliefhebster en een beschermvrouw van de kunsten, viel niet goed bij het pragmatisme van Leopold II. De tragische dood van hun zoon, de troonopvolger, in 1869, leidde ertoe dat de vermoeide koningin zich de laatste jaren van haar leven terugtrok in het kuuroord Spa, waar ze in 1902 overleed. In haar testament had de koningin de wens uitgesproken dat een deel van haar juwelen naar toekomstige Belgische vorstinnen zou gaan, maar haar wensen werden niet gerespecteerd door koning Leopold II. De juwelen en de lijst bij haar testament zijn verdwenen en we weten niet wat ermee is gebeurd (VACHAUDEZ, C., Bijoux des reines et princesses de Belgique, Racine, Brussel, 2004, blz. 50).
Auteur : Vereniging voor het
Kunstpatrimonium, D. Prina, 2023
Bronnen
Over de kunstenaar :
VAN LENNEP J. (dir), De 19de eeuwse Belgische beeldhouwkunst, II, Général de Banque, Brussel, 1990, Tome 2 p. 387-388.
PIRON P., Dictionnaire des artistes plasticiens de Belgique des XIXe et XXe siècles, Éditions Art in Belgium, Ohain-Lasne, 2003, 2 volumes, Tome1, p. 538.
ENGELEN, C. & MARX, M., Beeldhouwkunst in
België vanaf 1830, Studia 90, 2002.
DUTRIEUX J., Notes relatives à la vie et à l’œuvre d’Aimable Dutrieux, sculpteur tournaisien (1816-1889), Éd. Jean Dutrieux, Ganshoren, 2020.
Discussie