Les Allemands devant le Palais des Sports [De Duitsers voor het Sportpaleis (okt. 1914)]

Al op heel jonge leeftijd wou Oswald Poreau (1877 - 1955) aan de Academie voor Schone Kunsten van Brussel gaan studeren, tegen de wil in van zijn vader, die voor hem een militaire loopbaan voor ogen had. Zijn vader deed wel een gedeeltelijke toegeving door hem toe te staan zich aan de afdeling architectuur van de Academie in te schrijven. Maar stiekem volgde Poreau toch de lessen schilderen. Toen dat aan het licht kwam, was zijn vader woedend en onterfde hij hem meteen. Om te overleven en de lessen te kunnen blijven volgen, begon de jonge schilder doeken te restaureren. Hij reisde ook naar Duitsland en Engeland en trok door het noorden van Frankrijk. Rond 1916 ontmoette hij de vrouw die zijn leerling en vriendin zou worden, Yvonne Vonnot-Viollet (1883 - 1936), terwijl zijn wettelijke echtgenote, Gabrielle, met wie hij in 1905 was gehuwd, zwaar ziek was en moest worden opgenomen (wat zo zou blijven tot aan haar dood in 1940). Na het overlijden van Vonnot-Viollet in 1936 belandde Poreau in een depressie en het was pas dankzij zijn ontmoeting met Elise Godard enkele jaren later dat hij zijn penselen opnieuw ter hand nam.

Oswald Poreau had een humanistische kijk op zijn kunst. Hij meende dat de schoonheid van kunstwerken iedereen onvermijdelijk ten goede komt, de generaties verheft en bijdraagt tot de vooruitgang van de mensheid. Stilistisch gezien behoorde hij tot de neo-impressionistische stroming, waarin het licht overheerste. In bepaalde van zijn getormenteerde landschappen werden zijn onderwerpen soms bijna romantisch, zwartgeblakerd door de rook van de industriële activiteit, zoals in Nevel en rook (Kunstcollectie van Schaarbeek, inv. 733) en Het gieten (Kunstcollectie van Schaarbeek, inv. 228)

Zijn schilderij De Duitsers voor het Sportpaleis (schenking van de kunstenaar in 1948) kan bijna als historiestuk worden beschouwd. Het stelt een Duitse infanteriecompagnie voor die bivakkeert op het bebloemde grasperk voor het Sportpaleis, voordat ze de dag nadien zou vertrekken voor de belegering van Antwerpen in oktober 1914. Het Sportpaleis (ingehuldigd in 1913 en gesloopt in 1966) werd aan het begin van de Eerste Wereldoorlog door de Duitsers opgeëist. Poreau schilderde dit werk vanuit het venster van het gebouw waar hij toen woonde, aan de Louis Bertrandlaan 121, en dat verklaart de bijzondere gezichtshoek.

Auteur : A. Wachtelaer, gemeentelijke archieven Schaarbeek