Datum

1881

soort van object

Materialen

Stijl

Vervaardigingplaats

Schaarbeek

Opschriften

"Cendrillon" (op de sokkel, voorkant)

Afmetingen

hoogte 137 cm — wijdte 50 cm — diepte 57 cm

Inventaris nummer

111

Identifier Urban

38674
lees meer

Beschrijving

Als leerling van Eugène Simonis (Luik 1810 - Koekelberg 1882) en Jean-Joseph Jacquet (Antwerpen 1822 - Schaarbeek 1898) aan de Brusselse Academie voor Schone Kunsten won Emile Namur in 1873 de eerste prijs in het Groot Concours voor Beeldhouwkunst. Hij was een van de oprichters van l'Essor en nam vanaf 1876 deel aan de tentoonstellingen van deze kring. Hij had een drukke publieke carrière, exposeerde regelmatig op verschillende nationale en internationale beurzen en tentoonstellingen en kreeg opdrachten voor monumentale of decoratieve beelden, waaronder die voor de gevel van het Brusselse stadhuis, het Paleis voor Schone Kunsten en het Museumplein. In 1895 kreeg hij de opdracht een bronzen krokodil te maken voor de Kruidtuin en het Monument voor Jean Portaels in Vilvoorde. Hij leverde tevens het model van het Monument voor Pierre Ponthier in Marche-en-Famenne. En in 1907 werd zijn Monument voor Emanuel Hiel onthuld op het Poggeplein in Schaarbeek.

Assepoester wordt afgebeeld als een naakte jonge vrouw, zittend op een krukje, met een laken dat nauwelijks haar dijen bedekt. In haar rechterhand houdt ze een muiltje vast, een verwijzing naar het sprookje Assepoester of het glazen muiltje van Charles Perrault. Dit beeld, dat werd voorgesteld op het Salon van Brussel in 1881, was het grootste succesnummer van Namur (cf. Lettens 1990, blz. 517). Verschillende versies werden meermaals tentoongesteld tot 1892 (marmer, h. 133 cm, Gent, Museum voor Schone Kunsten, inv. 1883-O). De Schaarbeekse versie was een geschenk van de beeldhouwer aan de gemeente waar hij woonde, ter gelegenheid van de oprichting van het gemeentemuseum. Namur bleef trouw aan de academische traditie en zijn werken worden gekenmerkt door een eenvoudige, perfect elegante stijl. De beeldhouwer had altijd een voorliefde voor het vrouwelijk naakt en de fantasiebuste, en zowel Assepoester als de marmeren Cicade op de Marie-Louizasquare (1906) zijn tedere evocaties van vrouwelijke zachtheid en sensualiteit. 

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, A. Jacobs, 2022

Bronnen

Over het werk:

LETTENS, H., “Namur, Émile”,  La Sculpture belge au 19ème siècle (onder redactie van J. Van Lennep), II, Brussel, Générale de Banques, 1990, p. 518.

Over de kunstenaar:

DEVIGNE, M., « Namur, Émile », in Thieme & Becker, Allgemeines Künstler-Lexikon, XXV, 1931, p. 337.

LETTENS, H., “Namur, Émile”,  La Sculpture belge au 19ème siècle (onder redactie van J. Van Lennep), II, Brussel, Générale de Banques, 1990, p. 517-519.

VAN LENNEP, J., Catalogue de la sculpture/Artistes nés entre 1750 et 1882, Brussel, KMSKB, 1992, p. 310-311.

 ENGELEN, C. & MARX, M., La sculpture en Belgique à partir de 1830, V, Leuven, C. Engelen & Mieke Marx, 2006, p. 2690-2693.

Colofon

Discussie