Datum
soort van object
Beschrijving
Als
leerling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Brussel en van
François-Joseph Navez (Charleroi 1878- Brussel 1869) was Joseph Stallaert de
kampioen van de Brusselse academische schilderkunst in de tweede helft van de
19e eeuw. In 1847 won hij in Antwerpen de “Prix de Rome” voor schilderkunst en verbleef hij drie jaar in
Italië. De ontdekking van Napels en Pompeï liet de sterkste indruk op hem
achter (J. Solvay, 1924, col. 564) en stelde hem in staat in de ruïnes van de
antieke stad de onderwerpen te vinden van verschillende van zijn schilderijen,
waaronder La Cave de Diomède (De grot van Diomedes (Pompeï)), waarmee hij een eerste gouden medaille won op
de tentoonstelling van Brussel in 1860. Hij woonde toen in Doornik, waar hij
sinds 1852 directeur was van de Academie voor Schone Kunsten.
Op 11 april 1918 vroeg de weduwe van Joseph Stallaert om de twee grote schilderijen van haar overleden man, La Cave de Diomède en Medea, te mogen deponeren op het gemeentehuis van Schaarbeek. Ze had ze eerder in bewaring gegeven in de woning van industrieel en kunstverzamelaar Léon de Somzée, in de Paleizenstraat. Zij beschrijft het schilderij van Medea als volgt: "Medea, verraden door haar man Jason, die zij had geholpen het Gulden Vlies te veroveren, wil wraak op hem nemen door hun twee kinderen te doden. Uit de tragedie van Euripides, het verslag van het kindermeisje wanneer zij zegt: “Ik zag haar felle blik op hen gericht alsof Medea een geheim plan beraamde” (Gemeentearchief Schaarbeek (Artistiek patrimonium, XIII.A.02.S01.D074).
Een voorliefde voor grote historische composities, een gevoel voor theatrale enscenering, een fascninatie met vorm, getekend met een correcte lijn en een slanke, impasto-vrije stijl, kenmerken het werk van Joseph Stallaert, dat kan worden vergeleken met dat van de Franse academische schilders van het Tweede Keizerrijk, met name Alexandre Cabanel (Montpellier 1823-Parijs 1889). In 1924 schreef Lucien Solvay (col. 566) over veel van Joseph Stallaerts’ schilderijen van de antieke oudheid en de klassieke mythologie dat ze, afgezien van het feit dat ze allemaal voortkomen uit dezelfde esthetiek, ingenieus en vol kunstgrepen zijn en eerder doen denken aan beeldspraak dan aan de natuur.
Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, A. Jacobs, 202
Bronnen
Over het werk :
Gemeente archieven Schaarbeek (Patrimoine artistique, XIII.A.02.S01.D074)
SOLVAY J., « Stallaert (Joseph-Jean-François) », in Biographie nationale, XXIII, 1924, col. 565.
OGONOVSZKY, J., Le Dictionnaire des peintres belges du XIVe siècle à nos jours : L-Z, La Renaissance du Livre, Brussel, 1995, p. 927.
KEPETZIS, E., « Stallaert (Stallaer), Joseph (Josephus Joannes Franciscus) », in Allgemeines Künstlerlexikon, 105, De Gruyter, Berlin/Boston, 2019, p. 436.
Over de kunstenaar :
SOLVAY J., « Stallaert (Joseph-Jean-François) », in Biographie nationale, XXIII, 1924, col. 562-567 .
THIEME, U. & BECKER, F., Allgemeines Künstlerlexikon der Bildenden Künstler, XXXI, E.A. Seemann, Leipzig, 1937, p. 453.
KEPETZIS, E., « Stallaert (Stallaer), Joseph (Josephus Joannes Franciscus) », in Allgemeines Künstlerlexikon, 105, De Gruyter, Berlin/Boston, 2019, p. 436-437.
Discussie