Datum
soort van object
Techniek
Stijl
Vervaardigingplaats
Opschriften
Afmetingen
hoogte 67.5 cm — wijdte 37 cm
Inventaris nummer
Identifier Urban
Beschrijving
Deze twee
panelen zijn het werk van de Schaarbeekse kunstenaar Georges Frederic, zoon van
Léon Frederic. Hij onderscheidt zich van de kunst van zijn vader, wiens
favoriete onderwerpen meestal verband hielden met de sociale toestand en de
industrialisatie. Georges Frederic, geboren in 1900, haalt zijn inspiratie
vooral uit de thema's scheepvaart, visserij en de zee in het algemeen.
Georges Frederic
wijkt hier af van zijn gebruikelijke onderwerpen en behandelt het vroegere
leven in zijn geboortestad. De twee panelen zijn een project, een schets, voor
een decor voor de collegezaal van het gemeentehuis van Schaarbeek. Beide
panelen zijn gedateerd 1932, onder de handtekening van de schilder. Vanaf 1928
wou de gemeente die zaal opnieuw inrichten (zie, over de geschiedenis van het
gemeentehuis van Schaarbeek, WACHTELAER, GOLDBERG & JURION, 2018, p. 42).
Vóór dat van Frederic werden projecten voorgesteld van Constant Montald en
vervolgens, in 1929, van Emile Vermeersch. Geen van deze ontwerpen was echter
naar de zin van architect Maurice Van Ysendyck, die belast was met de heropbouw
van het gebouw na de brand van 1911 (WACHTELAER, GOLDBERG & JURION, 2018,
p. 42).
De panelen
zitten in één kader en worden voorgesteld als een soort modern tweeluik. Ze
waren bedoeld om aan weerszijden van de schouw in de collegezaal te worden
geplaatst. Vermeldenswaard is de belangstelling van Georges Frederic voor de
triptiekformule – de voornoemde schouw en zijn decoratie als centraal paneel – “op 19e-eeuwse
wijze”, d.w.z. met vaste zijpanelen die niet sluiten op het centrale
paneel (Rétrospectives..., 2000-2001, p.
54).
Het werk
weerspiegelt een landelijke en bucolische realiteit die al lang niet meer
actueel was in 1932, toen Georges Frederic ze afbeeldde. Het linkerpaneel toont
een viering van de gilde der boogschutters en kruisboogschutters van
Sint-Sebastiaan van Schaarbeek, opgericht in 1598. Een groep mannen zit rond de
tafel en deelt lokaal eten en drinken. Ze lijken te proosten na een partijtje
kaarten. Twee van hen dragen een boog op de schouder en één heeft iets vast in
de Belgische kleuren. Een bord met brood en een ander met kersen, evenals
drankjes zijn beschikbaar en verduidelijken het feestelijke karakter van de
bijeenkomst.
Op de
achtergrond staat een groep van vijf figuren met bogen. Een van hen schiet een
pijl hoog in een doelwit, meestal de afbeelding van een vogel, boven op een
paal. Die activiteit, bekend als paalschieten, vogelschieten of
papegaaischieten, wordt in onze streken al sinds de middeleeuwen beoefend. De
schutters van de Sint-Sebastiaansgilde beoefenen nog steeds het paalschieten in
Schaarbeek in het Josaphatpark.
Er zij op
gewezen dat Georges Frederic in 1935 de compositie van dit paneel uitvoerig
heeft hergebruikt in een schilderij dat in Berlijn wordt bewaard (Alte Nationalgalerie, depot
van de Stiftung Preußischer Kulturbesitz).
Het
rechterpaneel toont de oogst van de ooit beroemde Schaarbeekse kersen. De
kersen in de boomgaarden van Schaarbeek, waarvan de meeste nu door de
verstedelijking zijn verdwenen, waren zure krieken, die vooral werden gebruikt
voor de bereiding van het kriekenlambiekbier. De boomgaarden strekken zich uit
tot de andere kant van de vallei en verder. Alle generaties helpen met de
oogst.
Vermeldenswaard is dat de viering van de Sint-Sebastiaansgilde, de kersenpluk en de kriekbereiding in Schaarbeek nauw met elkaar verbonden waren.
Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, A. Dimov, 2022
Bronnen
Op het werk :
Rétrospectives Léon & Georges Frederic Retrospectieven, tentoonstellingcatalogus Schaarbeek, Gemeenthuis – Maison des Arts, 2000-2001, p. 57, n° 12.
WACHTELAER, A., GOLDBERG, M. & JURION, F., Schaerbeek. Du papier à la brique. Histoire de l’hôtel communal, Schaarbeek (« Les petits papiers des archives »), 2018, p. 42.
Op de kunstenaar :
Discussie