Landelijk hoekje

Jean Gouweloos werd geboren in Brussel, in een familie van drukkers van etsen en litho’s. Hij was de broer van de schilder en lithograaf Charles Gouweloos (1867-1946). Net als zijn broer studeerde Jean aan de Academie voor Schone Kunsten van Brussel en was hij leerling van de schilder en decorateur Charles Albert. En net als zijn broer Charles ging hij aanvankelijk aan de slag als decoratieschilder. Zo decoreerde hij de plafonds van het casino van Oostende en 12 panelen voor een Brusselse vrijmetselaarsloge. Jean Gouweloos werkte als lithograaf en affichemaker in de familiedrukkerij in de Brogniezstraat in Brussel. Maar terwijl hij zijn affiches ontwierp, beoefende hij ook vlijtig de schilderkunst. Vanaf 1893 exposeerde hij regelmatig op de salons van de Brusselse kunstkringen Voorwaets en Le Sillon.  Vanaf 1900 nam hij ook deel aan tal van internationale tentoonstellingen (Parijs, Berlijn, München, Lissabon, Amsterdam). Hij huwde in 1897 en vestigde zich in een huis met atelier dat architect Paul Hankar ontwierp aan de Ierlandstraat 70 in Sint-Gillis. Hij genoot toen hoofdzakelijk faam voor zijn portretten en zijn vrouwelijke naakten. Rond 1907, op aanzetten van zijn vriend en schilder Paul Mathieu, begon hij landschappen en zeegezichten te schilderen. De twee kunstenaars schilderden vaak samen in de omgeving van Knokke.

Jean Gouweloos schilderde het realistisch uitgevoerde Landelijk hoekje tijdens een van zijn talrijke verblijven op het rustige platteland rond het dorp Knokke. De kunstenaar blijkt een verfijnd colorist te zijn die een subtiel spel speelt met de verhoudingen tussen nauw verwante tinten – grijs en grijsgroen – waarmee hij het wit van de huizen en het lichtbeige van de vegetatie benadrukt. Ook de binnenplaats wordt met tegenlichteffecten beklemtoond. De heldere, in witroze tinten uitgevoerde hemel contrasteert met de donkerder voorgrond. Dit bijzonder charmante werk laat ons genieten van een warm, bijna vertrouwd landschap.