Het Broodhuis in lichterlaaie en in puin door het bombardement van Brussel in 1695

In augustus 1695 bombardeerden de troepen van Lodewijk XIV, de Franse koning, Brussel. De stad werd daardoor gereduceerd tot puin. Augustin Coppens legde de zichten op die verwoeste stad vast in een prentenreeks (waarvan ook exemplaren bewaard worden in het Museum van de Stad Brussel, zie bv. inv. M.X.11).

Deze prent toont het Broodhuis dat eveneens slachtoffer werd van de vernielingen. De vorm van het gebouw en de inscripties op de gevel maken duidelijk om welk bouwwerk het gaat, maar het dak wordt verzwolgen door de vlammen en de brokstukken vliegen in het rond (voor het 17de-eeuwse uitzicht, zie bv. inv. M.X.507).

Het bombardement noopte door haar verwoestingen tot een wederopbouw van de stad. Vooral de Grote Markt kreeg daardoor een nieuwe aanblik (zie bijvoorbeeld inv. M.X.275). Het Broodhuis bleef daarentegen wel erg herkenbaar en onderging gedurende ongeveer 70 jaar slechts enkele herstellingen. Daarna werd het gebouw in verschillende etappes gerestaureerd, waarbij elke ingreep steeds voor een heel ander uitzicht zorgde (zie inv. M.1951.4 voor het resultaat van de restauraties van 1767 en inv. M.1962.1 voor het huidige uitzicht na de restauraties aan het einde van de negentiende eeuw).