Beschrijving

Het Broodhuis dat vandaag de dag op de Brusselse Grote Markt prijkt, is niet hetzelfde als het bouwwerk dat er oorspronkelijk haar plaats vond in de veertiende eeuw. Toen ging het om een hallencomplex dat bijna één geheel vormde met de Vlees- en Lakenhalle. Het was in handen van de hertogen van Brabant, maar werd in 1512-1513 afgebroken in opdracht van Karel V. Die wilde namelijk het Hertogenhuys, zoals het gebouw toen genoemd werd, een ‘echte’ vorstelijke uitstraling geven (dat voortaan ook het Conincxhuys zou heten), wat betekende dat haar gedaante als Broodhuis niet volstond. Een nieuw gebouw werd opgetrokken, waaraan tot 1536 gewerkt werd, om langs de Nedermerckt (de hedendaagse Grote Markt in Brussel) de administratie van de centrale macht te kunnen vestigen. Hoewel het gebouw globaal genomen nog te plaatsen is in de laatgotische stijl, is het dak uitgewerkt in renaissancestijl, met zelfs enkele barokke elementen.

Van het Conincxhuys zoals het opgetrokken werd in 1515-1536 bestaan geen afbeeldingen. Deze prent is echter de eerste gekende voorstelling van het gebouw als Conincxhuys en toont haar na de renovatie uit 1625. Op de gevel van het Broodhuis is hier volgende inscriptie te lezen: “A PESTE FAME ET BELLO LIBERA NOS MARIA PACIS hIC VotVM paCIs pUbLICae eLIsabet ConseCraVIt”. In 1625 had Aartshertogin Isabella namelijk een beeld van de Maagd Maria laten aanbrengen op het gebouw, met daaronder deze twee inscripties. Het was een gebed gericht aan Maria voor verlossing van de pest, honger en oorlog.

Wie aandachtig deze prent bekijkt, ontwaart bovendien een waterbassin dat tegen de gevel van het Broodhuis is aangebracht. Dat bassin bestond uit vijf deelbassins, met daarboven drie nissen waarin telkens een vrouwelijke figuur te zien was. Die fontein was onderdeel van het drinkwatervoorzieningsnet in de stad Brussel, maar verdween na de restauratie van 1767, toen het Broodhuis omgevormd werd tot een achttiende-eeuws classicistisch gebouw (zie inv. M.X.36).

Het huidige Broodhuis daarentegen, opgetrokken aan het einde van de negentiende eeuw, is gebaseerd op het gebouw van deze prent. Enkele stukken van dat oorspronkelijke gebouw zijn bewaard gebleven (zie inv. H.1887.9 en H.2013.1).

Bronnen

DELIGNE, Chloé, Bruxelles et sa rivière. Genèse d’un territoire urbain (12e – 18e siècle) (Studies in European Urban History (1100-1800), 1), Turnhout: Brepols, 2003, 116-117.

DELIGNE, Chloé, “Édilité et politique. Les fontaines urbaines dans les Pays-Bas méridionaux au Moyen Âge”, Histoire Urbaine, 2008 (22.2), 77-96, 85-86, 96.

GOEDLEVEN, Edgard, Stad Brussel Binnenstad | Letters A – G (Bouwen door de eeuwen heen in Brussel, 1A), Brussel: P. Mardaga, 1989, 394-395.

VANNIEUWENHUYZE, B., VAN GRUNDERBEEK, M.-C., P. VAN BRABANT, P. en VREBOS, M., “De la halle au pain au Musée de la Ville. Huit siècles d'histoire de Bruxelles”, Historia Bruxellae, 17 (2013).

DE KEYSER Tine en VERSTAPPEN Michiel, "De prentencollectie van het Museum van de Stad Brussel methodologisch benaderd : een reis door de geschiedenis én de stad Brussel", in: Brusselse Cahiers, tijdschrift voor stadsgeschiedenis, LIV, 2023/1, pp. 293-320.

Colofon

Discussie