Datum

Tussen 1901 en 1904 (Het werk wordt al vermeld in Exposition des modèles et des esquisses des oeuvres d’art destinées à la décoration extérieure et intérieure du nouvel hôtel de ville, Sint-Gillis, 14 februari 1904, nr. 3. (februari 1904 = terminus ante quem))

soort van object

Materialen

Stijl

symbolisme

Vervaardigingplaats

Brussel

Afmetingen

hoogte 135 cm — wijdte 60 cm

Inventaris nummer

09S

Identifier Urban

66270
lees meer

Beschrijving

Dit beeldhouwwerk is het met imitatiebrons beschilderde gipsen model op halve grootte van het beeld in Euvillesteen dat de Volksgezondheid symboliseert en dat het dak van het hoofdpaviljoen van het stadhuis van Sint-Gillis tooit.

Pieter-Jan Braecke, een uit Vlaanderen afkomstig beeldhouwer die sinds 1881 in Brussel woonde, werkte van 1885 tot 1889 in het atelier van Paul de Vigne. In 1890 vestigde hij zich als zelfstandige in Sint-Joost-ten-Node en in 1901 verhuisde hij naar de Troonsafstandsstraat in Brussel, in een huis ontworpen door zijn vriend Victor Horta, met wie hij vanaf 1897 in Leuven samenwerkte aan het Monument Edouard Remy. Ze zetten hun samenwerking voort in het kader van de decoratie van de door Horta ontworpen huizen Solvay en Aubecq, evenals voor de persoonlijke woning van de architect in de Amerikaansestraat in Sint-Gillis, waarvoor Horta alweer aan Braecke de allegorische bas-reliëfs op de wanden van de eetkamer toevertrouwde. Na de Eerste Wereldoorlog maakte Pieter Braecke nog hoofdzakelijk herdenkingsmonumenten. Zo ontwierp hij het monument van Oostende (1922) en het monument dat de slag van de IJzer herdenkt, Treze Blèter, in Nieuwpoort (1930), allebei in samenwerking met Horta. Braecke was medeoprichter van kunstkring Pour l’Art  (1893) en was vanaf 1925 lid van de Classe des Beaux-Arts van de Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts.

Als symbool voor deVolksgezondheid koos Braecke een jonge vrouw met lange haren, gehuld in een lichte, loshangende mantel waarvan ze de panden openslaat om de bekoringen van haar gezonde weelderige lichaam te onthullen. In de linkerhand houdt ze een ruiker geurige bloemen. Zowel het haar als de plooienval worden in beweging gebracht door het gecombineerde effect van een imaginaire windvlaag en de gestiek van de figuur. Dit illustreert ten volle het talent van de kunstenaar om de beweging van het lichaam trefzeker te weer te geven, spelend met contrasten tussen de verschillende materialen, de verfijning van de bewegende plooienval, de zachtheid van de huid en de wilde massa van het haar. Hij hield zelfs rekening met de hogere positie waarop de stenen versie zou worden geplaatst door de verhoudingen van het beeld aan te passen en ze massiever te maken in het bovengedeelte. De lachende gelaatsuitdrukking is eveneens kracht bijgezet om van op grotere afstand te worden bewonderd.

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, A. Jacobs, 2021 (vertaald uit het Frans)

Bronnen

Exposition des modèles et des esquisses des œuvres d’art destinées à la décoration extérieure et intérieure du nouvel hôtel de ville, Sint-Gillis, 14 februari 1904, nr3.

DEJEMEPPE, P., Les sculptures de la façade de l’hôtel de ville de Saint-Gilles, Sint-Gillis, 2019, nr 3.

over de kunstenaar : BOURGEOIS, P., « Braecke, Pierre-Jean», in La Sculpture Belge au 19ème siècle, Brussel, Générale de Banque, II, p. 306-308.

SAINTENOY, P., « Notices sur Pierre Jan Bracke », Annuaire. Académie royale de Belgique, 1942, p. 204-2106.

METDEPENNINGHEN, C. (et al.), « Pieter Braecke, beeldhouwer (1858-1938) : als de ziele luister », M & L.-Cahier, 18, 2009.

CELIS, M.M., « Het atelier en woonhuis van Pieter Braecke in Brussel », in Erfgoed Brussel – « Kunstenaarsateliers », nr 26-27, Brussel Stedenbouw en Erfgoed, april 2018, p.56-67 (artikel beschikbaar online op erfgoed.brussels).

VANDEPITTE, F., « Braecke, Pierre-Jean, Pieter-Jan ou Petrus Joannes », Nouvelle Biographie Nationale, 15, 2020, p. 35-36.

Zie origineel bestand van dit object : balat.kikirpa.be

Colofon

Discussie