Laatste overblijfsel van de Floréallaan zandbak (lichte hemel)

Tussen het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw, toen Ukkel nog een plattelandsdorp was, lagen er uitgestrekte zandgroeven in de valleien, in het hart van de gemeente. De commerciële exploitatie van deze groeven, waarvan het gewonnen zand werd gebruikt voor verschillende bouwprojecten, ging door tot in de eerste helft van de 20e eeuw. Tussen 1960 en 1970 werden deze ruimtes echter uiteindelijk opgevuld om onder meer nieuwe wijken te bouwen.

Dit schilderij van Albert Cels, waarvan een tegenhanger bestaat (donkere hemel - inv. nr. 71) geeft ons een beeld van hoe de zandgroeve er vroeger uitzag, gelegen tussen de Messidorlaan en de Floréallaan (tot 1916 de Bloemenlaan), die met het naderen van de Tweede Wereldoorlog haar activiteiten stopzette. Omwille van de nauwkeurigheid en het realisme toont Cels ons de overblijfselen van de steengroeve op een heldere dag; de zon verlicht de nu ongebruikte zandgroeve, die later een favoriete speelplaats voor de kinderen uit de wijk zal worden. Huizen op de achtergrond kondigen de toekomstige verstedelijking van de wijk aan. De compositie speelt behendig met de contrasten van het kleurenpalet.

Albert Cels, neef van de schilder Cornelis Cels (1778-1859) en vooral bekend als portretschilder en tekenaar, volgt lessen aan de academie voor Schone Kunsten van Brussel bij Constant Montald (1862-1944), voordat hij naar Glasgow verhuist, waar hij studeert bij Jean Delville (1867-1953). Hij voltooit zijn opleiding in Parijs bij Jacques-Emile Blanche (1861-1942) en schildert vervolgens vooral landschappen in Zuid-Frankrijk. Terug in Brussel specialiseert hij zich in portretten, met name van de artistieke en intellectuele elite van de hoofdstad. Hij exposeert op de Salons des Beaux-Arts in Brussel, in de Cercle artistique in dezelfde stad en op de Triënnales in België en in het buitenland. Hij was voorzitter en oprichter van het Uccle Centre d'Art, dat in 1922 werd opgericht met als doel kunstenaars uit Ukkel te promoten.

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, D. Prina, 2024