Datum

1600 (ca.)

soort van object

Materialen

Vervaardigingplaats

Brussel

Opschriften

"HDC" (monogram van de schilder)

Afmetingen

hoogte 189 cm — wijdte 136 cm

Identifier Urban

105170
lees meer

Beschrijving

Dit schilderij, dat zich achteraan in de zuidelijke zijbeuk van de kerk bevindt, werd in het begin van de 17e eeuw gemaakt door de Brusselse schilder Henri – Hendrick – de Clerck. De kunstenaar plaatste zijn monogram HDC onder de voet van de engel rechts.

De verrezen Christus staat voor de ingang van zijn graf. Met de triomfbanier in de hand is hij zegevierend over de dood, gesymboliseerd door de schedel die hij met zijn linkervoet vertrapt, en over de erfzonde, gesymboliseerd door de slang die in de appel bijt die hij met zijn rechtervoet verplettert. Hij heft zijn rechterhand op als teken van zegening. De twee engelen die hem vergezellen dragen de instrumenten van de Passie: het kruis, de doornenkroon, het riet, de spijkers, de zuil, de zweep, de roeden en het touw.

Andere versies van deze episode, geschilderd door De Clerck, worden bewaard in Leuven en Antwerpen, maar de composities zijn verschillend. De voorbereidende tekening voor het schilderij van Evere is niet bekend.

Voor de compositie zou de schilder zich enerzijds hebben laten inspireren door een gravure van H. Wierix uit 1585, gemaakt naar een schilderij van Maarten de Vos, en anderzijds door een gravure van Cornelis Cort naar een werk van Michiel Coxcie. Uit de eerste ontleende hij de gebaren van Christus die de slang en de schedel verplettert, en uit de tweede het idee van de twee figuren die de triomferende Christus omlijsten – in de gravure zijn dat de apostelen Petrus en Paulus – en de voorstelling van de Arma Christi. Het schilderij van Evere blijft zo doordrongen van het maniërisme en het formele vocabulaire van de 16e eeuw.

Pieter Cnops geeft aan, zonder zijn bronnen te vermelden, dat het schilderij in 1683 deel uitmaakte van het retabel van het oude houten hoofdaltaar. Toen dit in 1702 werd vervangen door een nieuw marmeren portaalaltaar, zou het schilderij daar opnieuw zijn geplaatst. Uit onderzoek van het werk is gebleken dat het formaat van het doek was gewijzigd – alleen in de hoogte –, wat zou kunnen overeenkomen met de aanpassingen die nodig waren voor deze veranderingen van locatie. In de 19e eeuw werd het hoofdaltaar opnieuw vervangen en zou het schilderij naar een andere plaats in de kerk zijn verplaatst.

Het is een belangrijk werk uit het erfgoed van de Sint-Vincentiuskerk.

Bronnen

W. LAUREYSSENS, "Le Christ triomphant d'Henri de Clerck à l'église Saint-Vincent d'Evere : étude et traitement", dans : Bulletin de l'IRPA, vol. 23, 1990-1991, pp.  33-48. Bulletin. Institut Royal du Patrimoine Artistique = Bulletin. Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium

P. CNOPS, Evere Vroeger / Jadis, t. 1, Brussel, 1997, p. 45.

Zie ook het informatieblad over dit object op : balat.kikirpa.be

Colofon

Discussie