Locatie
Datum
soort van object
Materialen
- minerale materialen > gips (patina gips in goud-bronskleur)
Techniek
Stijl
Vervaardigingplaats
Afmetingen
Identifier Urban
Beschrijving
Ossip Zadkine
Zadkine behoort tot de toonaangevende kunstenaars van de Parijse wijk Montmartre in het interbellum. Hij sluit aanvankelijk aan bij het primitivisme, omarmt korte tijd het kubisme (waarmee hij ondanks deze korte periode blijvend wordt geassocieerd) en richt zich daarna op antieke bronnen en mythologische thema’s. Zijn oeuvre beslaat bijna een halve eeuw en omvat ongeveer 600 sculpturen in hout, steen, marmer, klei, gips en brons. Naast de beeldhouwkunst – zijn favoriete medium – is ook zijn grafisch werk indrukwekkend: tekeningen, gouaches, aquarellen en gravures.
Van Wit-Russische afkomst, wordt Zadkine in 1921 genaturaliseerd tot Fransman. Tijdens zijn leven geniet hij van verschillende grote tentoonstellingen, waaronder een retrospectieve in januari 1933 in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, waar niet minder dan 254 werken samenkomen. Enkele maanden eerder werd de nieuwe bioscoop Le Métropole, ontworpen door Adrien Blomme, ingehuldigd, voorzien van een uitzonderlijk monumentaal bas-reliëf van Ossip Zadkine.
Le Métropole, paleis van de cinema
Op 27 oktober 1932 opent aan de Nieuwstraat in Brussel de bioscoop Le Métropole, “de mooiste cinema van de hoofdstad” volgens Paul Fierens in Les Nouvelles Littéraires van 25 februari 1933: “luxe calme, opulence sobre, perfection dans la simplicité "[rustige luxe, sobere weelde, perfectie in eenvoud]. Het gebouw, ontworpen door architect Adrien Blomme als uitbreiding van het Hôtel Métropole, bood plaats aan bijna 3.000 bezoekers en was de eerste in België met een airconditioningsysteem. Het publiek genoot bovendien van een uitschuifbaar scherm, hoogwaardige geluidsapparatuur en versterkende hoofdtelefoons.
Zoals veel Brusselse bioscopen kreeg Le Métropole te maken met een gebrek aan rendabiliteit. De ingrijpende verbouwingen in de jaren 1970 konden het niet redden. In april 1991 sloot de cinema definitief de deuren; drie jaar later werden de zalen gesloopt en het gebouw omgevormd tot een winkel voor een grote internationale keten. Gelukkig ontsnapte het bas-reliëf van Zadkine – dat even bedreigd was – aan deze vernietiging, maar het verdween uit het zicht van het publiek waarvoor het ooit was gemaakt.
De dans – een uitzonderlijk werk
Ossip Zadkine en Adrien Blomme hadden al eerder samengewerkt aan de privéwoning van de architect (1928 – Franklin Rooseveltlaan 52). Maar het werk dat nu werd besteld, was van een heel andere orde dan gevelornamenten: een bas-reliëf van 12 meter lang en 3,5 meter hoog! Zadkine, zich bewust van de omvang van zijn creatie, verklaarde in een interview met Bâtir (15 december 1932): “ (…) c’est la première fois que je crée un haut-relief de cette importance, ainsi accroché à la pleine muraille, s’intégrant à l’architecture d’une aussi vaste salle, et devenant en quelque sorte l’un des éléments organiques de son harmonie (…) Il fallut solutionner quelques problèmes d’optique, celui de la vue en perspective par exemple, afin que de tous les endroits de la vaste salle le relief puisse rendre l’effet maximum."*
Zadkine vervaardigde dit monumentale reliëf zelf, in situ, tijdens de bouw van de zaal. De drie dansende figuren met linten – die filmstroken zouden kunnen oproepen – doen denken aan de friezen van Griekse antieke monumenten die de beeldhouwer bewonderde. Het reliëf, uitgevoerd in gips, is bedekt met een goudbronzen patina.
Dit is zonder twijfel het meest monumentale bewaarde werk van deze uitzonderlijke kunstenaar, die vreugde vond in het “saisir à plein bras la matière…" [met volle armen grijpen van de materie…].
Vandaag
Het bas-reliëf bevindt zich nog steeds op zijn oorspronkelijke plaats, maar is opgesloten in de opslagruimte op de bovenverdieping van de winkel, definitief onttrokken aan het oog van het publiek.
In 2020 schonk de NV Métropole, eigenaar van het pand, het reliëf aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, onder voorwaarde dat het opnieuw toegankelijk wordt voor het publiek.
Er werden verschillende pistes onderzocht, waaronder behoud in situ, om een delicate verplaatsing – gezien de afmetingen en materialen – te vermijden, maar dan zonder enige mogelijkheid tot toegang. Een andere piste is het project van het Joods Museum van België, dat voorstelt een volledige zaal aan het reliëf te wijden en het “atelier van Zadkine” eromheen te reconstrueren, open voor een breed publiek, gezinnen, scholen en kunststudenten. Door de hoge kosten en complexiteit van een dergelijke verplaatsing is het project voorlopig opgeschort.
___________________
* [(…) Het is de eerste keer dat ik een hoogreliëf van deze grootte maak, zo bevestigd tegen een volle muur, geïntegreerd in de architectuur van een zo ruime zaal, en op die manier een organisch element van haar harmonie vormend (…) Er moesten enkele optische problemen worden opgelost, zoals het perspectief, zodat het reliëf vanuit alle hoeken van de zaal het maximale effect kon geven.]
Bronnen
FLOUQUET, P.L., « Ossip Zadkine nous parle des rapports de la sculpture et de l'architecture », in Bâtir, 15 december 1932, p. 12-13.
Discussie









































