Tram 984 en bijwagen 301

Motorwagen 984 geeft een perfect beeld van de Brusselse tram tijdens de belle époque. Hoewel de bestuurder door een glazen windscherm wordt beschermd, zijn de platformen open. Het binnencompartiment, waarin men nog met de rug naar de vensters zit, is ingedeeld in twee gelijke delen, gescheiden door een wand. De fluwelen kussens in de eerste klasse zijn verwijderbaar aangezien de verdeling in klassen afhing van de bediende lijn. In 1914 werden de donkergroene koetswerkkleuren vervangen door een beter zichtbaar geel. Deze gele beschildering hield, met enkele varianten, stand tot begin jaren 2000. Van deze motorwagen werden 50 exemplaren gemaakt, die in dienst bleven tot 1935. 

De open bijwagens of “baladeuses” zijn de getuigen van de zorgeloze belle époque. Gedurende zes maanden per jaar maakten ze de verplaatsingen van de Brusselaars een stuk aangenamer, en dit tot begin jaren 1930. De bijna 400 exemplaren die door verschillende constructeurs werden gebouwd, beantwoordden allemaal aan een betrekkelijk gestandaardiseerd schema: een laag chassis om de toegang te vergemakkelijken, twee kleine platformen en één enkel compartiment voorzien van 5 tot 7 banken, naargelang het model. Er waren twee klassen in het compartiment. De eerste klasse bevond zich in het midden van het rijtuig, waarschijnlijk omdat die plaats stabieler werd geacht dan de uiteinden. Van deze bijwagen werden 26 exemplaren gemaakt, die tot in 1930 in gebruik bleven. (Bron: Notitie van het Museum voor het Stedelijk Vervoer te Brussel).