Datum
soort van object
Techniek
Stijl
Opschriften
"15" (datering, geschilderd, onder rechts)
Afmetingen
Inventaris nummer
Identifier Urban
Beschrijving
De landschapschilder William Degouve de Nuncques begon op zeer jonge leeftijd met tekenen zonder ooit een formele artistieke opleiding te hebben genoten, afgezien van de adviezen van de Nederlandse schilder Jan Toorop (Purworejo 1858 - Den Haag 1928) met wie hij in 1883 een atelier deelde in Machelen. Hij raakte ook bevriend met de schilder Henry de Groux (Brussel 1866 - Marseille 1930) die hem als model nam. Aangemoedigd door Auguste Rodin had William Degouve de Nuncques zijn eerste succes op het Salon van Parijs in 1894. In datzelfde jaar trouwde hij met de schoonzus van Émile Verhaeren, de schilderes Juliette Massin, waarmee hij zijn banden met symbolistische kringen versterkte. Dat vormde het begin van zijn zogenaamde Brabantse periode, waarin hij een type landschap creëerde dat “ echt symbolistisch” was, met een spirituele en melancholische sfeer, soms met bovennatuurlijke aspecten en vreemde stemmingen, geaccentueerd door nachtelijke sferen die een voorbode waren van het surrealisme. Uitgenodigd op het jaarlijkse salon van de Groupe des XX in 1893, werd hij lid van de vereniging La Libre Esthétique.
Hiver (Winter), een groot doek uit 1915, behoort tot de zogenaamde Hollandse periode van
de schilder, die loopt van 1915 tot 1919, d.w.z. de oorlogsjaren waarin William
Degouve de Nuncques met een rusteloze ziel zijn toevlucht zoekt in Nederland,
dat tijdens het conflict neutraal blijft, ver van alle menselijke lawaai en
woede. De schilder keerde terug naar een meer klassiekere opvatting van het
landschap en ontwikkelde een voorliefde voor de verlaten, levenloze
landschappen van de winter en de herfst. Vanaf het begin van zijn carrière schilderde
de kunstenaar sneeuwlandschappen met een vredige en rustgevende sfeer, zoals Hiver en
Brabant (Winter in Brabant) uit 1888 (Otterlo, Kröller-Müller-Museum). Vanaf 1911 nam hun
aantal toe, waarbij de kunstenaar een sobere en melancholische schilderstijl
ontwikkelde, een tendens die nog werd versterkt door de Duitse inval in België.
Zijn schilderijen tijdens de Grote Oorlog vertonen steeds meer kale, bijna
abstracte composities, met gedempte tinten en vage lijnen die nog meer een
soort zelfopsluiting in eenzaamheid, stilte en vrede uitdrukken, als zoveel
gedempte echo’s van de ontreddering van de oorlog, zo dichtbij en toch zo ver
weg. Het schilderij van Schaarbeek is een van de belangrijkste werken uit dee
periode.
Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, A. Jacobs, 2022
Bronnen
Op het werk :
Tentoonstellingscatalogus. Réveil littéraire et artistique : Schaerbeek 1880-1930, Gemeentehuis van Schaarbeek, van16.12.1998 tot 31.01.1999, n°17.
WIJGERGANS, H., « "J’ai marché seul": le paysage comme maître », in William Degouve de Nuncques : maître du mystère, tentoonstellingscatalogus , Musée Félicien Rops & Otterlo, Kröller-Müller Museum, Namen, 2012, fig. p. 80.
Op de kunstenaar :
HAESAERTS, L. & P., William Degouve de Nuncques, Brussel, Éditions des Cahiers de Belgique, 1935.
DE RIDDER, A., William Degouve de Nuncques, Brussel, Elsevier, 1957.
Tentoonstellingscatalogus W. Degouve de Nuncques, Brussel, Stadhuis, 1977.
Tentoonstellingscatalogus William Degouve de Nuncques, Stavelot, Musée de l’ancienne abbaye, 1979.
Tentoonstellingscatalogus William Degouve de Nuncques : maître du mystère, Musée Félicien Rops & Otterlo, Kröller-Müller Museum, Namen, 2012.
Discussie