Datum

1850

soort van object

Materialen

Techniek

Opschriften

"Eugène Verboeckhoven" (signatuur, geschilderd, onder links)
"1850" (datering, geschilderd, onder links)

Afmetingen

hoogte 79 cm — wijdte 87 cm

Inventaris nummer

348

Identifier Urban

38886
lees meer

Beschrijving

Eugène Verboeckhoven (1798 - 1881) leerde de stiel vooral bij zijn vader, de beeldhouwer Barthélémy Verboeckhoven (1754 - 1840), en hij volgde de lessen van Albert Voituron (1787 - 1947) aan de Academie voor Schone Kunsten van Gent. Hij reisde veel en bezocht Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Italië en Groot-Brittannië. Zijn doeken, die hij op de grote Europese salons exposeerde, kenden veel succes.


In een heel klassieke en academische stijl schilderde Eugène Verboeckhoven hoofdzakelijk boerderijdieren, met koeien en schapen, soms vergezeld van herders, die in vredige landelijke landschappen grazen. In 1883 belichtte Louis Alvin, in zijn postume eerbetoon aan de Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, de beginselen die de kunstenaar leidden: “Zijn opvattingen over kunst kunnen in twee punten worden samengevat: de niet aflatende studie van de natuur en een scrupuleuze nauwgezetheid in de weergave van de vormen. In zijn ateliers hangen verscheidene duizenden naar de natuur geschilderde studies en zijn opbergmappen bevatten talloze tekeningen; zowel de ene als de andere getuigen van een inzicht dat even groot is als zijn vaardigheid. Geconfronteerd met de natuur kopieerde hij die uiterst nauwkeurig, zonder ook maar iets te verwaarlozen, zonder iets aan het model toe te voegen. Maar hij behandelde een studie totaal anders dan een schilderij. Een schilderij moest een compositie zijn, een werk van de geest en geen foto.” Het is deze realistische maar originele geest die we bij De Schaarbeekse ezels aantreffen. We raken niet alleen onder de indruk van de gedetailleerde weergave van de twee dieren, we worden ook verrast door de kadrering, die ons niet het hele lijf laat zien, alsook door de uniforme achtergrond waarin elke suggestie van landschap ontbreekt. De aandacht van de toeschouwer gaat dus volledig uit naar de twee in het licht badende koppen.

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de gemeente Schaarbeek, waarvan een van de eeuwenoude symbolen de ezel is, dit legaat van generaalsvrouw de Baeremaecker, de kleindochter van de schilder, in 1946 enthousiast in ontvangst nam. Eugène Verboeckhoven woonde in Schaarbeek, in de Ooststraat, in een fraaie woning die thans verdwenen is. In zijn atelier onderwees hij zijn kunst aan enkele leerlingen, onder wie Louis-Pierre Verwée (1807 - 1877) en Edmond Tschaggeny (1818 - 1873). Als eerbetoon aan deze grote schilder vernoemde de gemeente een plein naar hem (ook bekend als de 'Berenkuil').

 

Auteur : A. Wachtelaer, gemeentelijke archieven Schaarbeek

Bronnen

Gemeentelijke archieven Schaarbeek (Kunstpatrimonium, XIII.A.02.S01.D188).

ALVIN, L.,  « Eugène Verboeckhoven, Membre de l’Académie », in Annuaire de l’Académie Royale, 1883, pp. 341-388.

LAMBOTTE, P., « Eugène Verboeckhoven », in Biographie Nationale, Brussel, Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts, 1936-1938, tome 26.

BERKO, P. & V., Dictionaire van dierenschilders: Belgische en Hollandse kunstenaars geboren tussen 1750 en 1880, Knokke, 1998.

FLIPPO, W. G., Lexicon of the Belgian Romantic Painters, Antwerpen, International Art Press-Antwerp-Belgium, 1981.

BÉNÉZIT, E., Dictionnaire critique et documentaire des peintres, sculpteurs et graveurs de tous les temps et de tous les pays, Parijs, 1911, tome 3, p.  974.


Colofon

Discussie