Datum
soort van object
Materialen
Techniek
Vervaardigingplaats
Opschriften
Afmetingen
Inventaris nummer
Identifier Urban
Beschrijving
Deze buste, algemeen bekend als Manfred,
bestaat ook in twee andere, kleinere versies. De ene, in marmer (H. 60 cm),
wordt bewaard in de vergaderzaal van het Provinciaal Paleis in Namen (http://balat.kikirpa.be/object/10138744); de andere, in steen (H. 58 cm), werd in 1924
gefotografeerd in het atelier van de beeldhouwer en is sindsdien verdwenen
(ill. in Engelen-Marx, I, 2006, p. 443). Uiteindelijk zond Eugène Canneel een
buste naar de Triënnale van Antwerpen in 1930, onder de naam Manfred. In de catalogus staat dat het “imitatiesteen” is.
Het werk toont een geïdealiseerd mannenhoofd. Het gezicht en de hals zijn fijn gepolijst en contrasteren met het ruw behandelde haar en vooral met het nauwelijks gekanthouwd blok steen waaruit het hoofd tevoorschijn komt. De buste stelt de romantische held voor uit Lord Byrons drama Manfred, gepubliceerd in 1817. Vol wroeging na het doden van zijn geliefde Astarte met een fatale omhelzing, leeft Manfred als een kluizenaar in het hart van de Alpen. Hij roept de geesten van het universum op en ze bieden hem alles aan behalve het enige wat hij verlangt: vergetelheid. De mond gesloten, de ogen leeg als verloren in een onbeantwoorde vraag, de wenkbrauwen gefronst, de nek gespannen, alles in de algemene uitdrukking van de buste roept innerlijke kwelling op, en des te intenser omdat het hoofd, van mythische schoonheid, uit het ruwe steengruis tevoorschijn lijkt te komen in een soort parafrase van de fatale afloop waartoe Manfred onvermijdelijk gedoemd is. In dit meesterwerk gebruikt Eugène Canneel de esthetiek van het onvoltooide, van het non finito, geliefd bij Michelangelo en Rodin, om de spirituele intensiteit van de dramatische figuur van Manfred te benadrukken. Pierre Nozière schreef in 1927 (p. 2): “Hij [Eugène Canneel] is niet bang om de meest tragische en krachtige onderwerpen die de kunst in de loop van haar geschiedenis heeft overwogen, te interpreteren, om de bleke Hamlet of de melancholische Manfred op te roepen, om de legende van het lot te beschrijven, noch om een adagio te zingen in het unisono van Beethoven, in een niet minder aangrijpende modus. Een authentieke dichter.”
Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, A. Jacobs, 2022
Bronnen
Op het werk :
Gemeentearchieven Schaarbeek (Patrimoine artistique, XIII.A.02.S01.D202)
Le Soir, 14.december 1928, p.1.
Jaarlijks tentoonstelling van Cercle Artistique de Schaerbeek
Op de kunstenaar :
NOZIERE, P., “Trois artistes d’aujourd’hui : Camille Lambert, Michel Bernier, Eugène Canneel”, Les Nouvelles, 25 oktober 1927, p. 2.
GRABACH, T., « Canneel, Willem Eugène» in Allgemeines Künstler-Lexikon, 16, K.G. Saur, München-Leipzig, 1997, p. 156.
ENGELEN, C. & MARX, M., Beeldhouwkunst in
België vanaf 1830, Studia 90, 2002.
Discussie