Datum
soort van object
Geheel
Materialen
Techniek
Stijl
Vervaardigingplaats
Opschriften
"1933" (datering : onder rechts - geschreven)
"Carl Werlemann" (signatuur : onder rechts - geschreven)
Afmetingen
Inventaris nummer
Identifier Urban
Beschrijving
In januari 1934 wijdde de Cercle Artistique et Littéraire de Bruxelles een tentoonstelling aan Carl Friedrich
Werlemann. Onder de tentoongestelde werken bevonden er zich vier met als
gemeenschappelijke titel Cité Théodore Verhaegenstraat (ingang Émile Féronstraat) (nr. 44 tot 47). Hoewel de catalogus niets vermeldt omtrent de door de
kunstenaar toegepaste techniek, kunnen we drie ervan identificeren met de
houtskooltekeningen uit 1933 die in het gemeentehuis van Sint-Gillis worden
bewaard (inv. 1011D, 1015D, 1016D). Over het lot van de vierde tekening is niets bekend.
Deze ‘cité’, die vanuit drie verschillende hoeken wordt voorgesteld, lag in het gehucht ‘enclos de Bethléem’ [ommuurd erf van Bethlehem], dat door de huidige Théodore Verhaegenstraat, Emile Féronstraat, Denemarkenstraat en het Bethlehemplein werd begrensd. Dit erf besloeg het terrein van de voormalige kasteelhoeve van Bethlehem, die van voor de 16de eeuw dateerde en door de Zandbeek werd begrensd. Het kasteel werd tussen 1884 en 1894 gesloopt om plaats te maken voor Gemeenteschool nr. 4, die meer dan een derde van de oppervlakte van het erf innam. Het terrein is thans volledig bebouwd.
Voelde de schilder zich speciaal aangesproken door dit restant van het platteland, doorkruist door de Zandbeek en in het midden van een al dicht bebouwde wijk? De in Amsterdam geboren Werlemann vestigde zich in 1888 in het Brusselse, eerst in Ukkel en dan vanaf 1937 in Elsene. Hij werd gecharmeerd door de oude hoekjes van Brussel en de rurale overblijfselen in de stadsrand. Zo liet hij ons diverse gezichten op Anderlecht, Elsene, Brussel en Ukkel na, evenals deze tekeningen van Sint-Gillis. Op de tekeningen versterken de lage huizen en de oude schuurtjes aan de voet van de hoge gevels van de nieuwe huizen, aangevuld met de vage silhouetten van enkele bewoners, het gevoel van heimwee naar een wereld die dreigde te verdwijnen als gevolg van de steeds snellere verstedelijking tijdens het interbellum. Het linnengoed dat aan de waslijnen hangt te wapperen, de weerspiegeling van de bomen en witte gevels op het kalme wateroppervlak, alles draagt bij tot de poëtische en nostalgische charme van deze werken, die nog kracht wordt bijgezet door Werlemanns perfecte beheersing van de houtskooltechniek. Maar hoewel hij hier een zachte, zijdeachtige tekentechniek toepast, kan hij ook snedig en krachtig uit de hoek komen in zijn andere schilderijen, zoals in zijn voorstellingen van het Zoniënwoud (De holle weg, Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, inv. 8712) en zijn soms sombere, schemerige landschappen in Noorwegen en in de Ardennen. Carl Friedrich Werlemann was al even bedreven met potlood en houtskool als met waterverf, olieverf en de etsnaald. Hoewel het landschap overheerst in zijn oeuvre, heeft hij ook enkele erg verdienstelijke stillevens en bloemenruikers geschilderd.Bronnen
Exposition Carl Werlemann, Bruxelles, Cercle Artistique et Littéraire, vanaf 9 tot 19 januari 1934, nr 44, 45, 46 ou 47.
Zie origineel bestand van dit object : balat.kikirpa.be
ColofonDiscussie