Datum

1897 (Inhuldiging op de maandag van Allerheiligen 01/11/1897 (Le Peuple 25/10/1897))

soort van object

Materialen

Stijl

Realisme
symbolisme

Vervaardigingplaats

Brussel (gieterij J. Petermann Brussel). Het atelier van J. Dillens bevond zich op nr. 51 van de Sin

Opschriften

"Jul. Dillens "
"J.Petermann fondeur Bruxelles"

Afmetingen

hoogte 263 cm (plint inbegrepen)

Identifier Urban

70246
lees meer

Beschrijving

De stilte van het graf is een monumentaal bronzen beeldhouwwerk van Julien Dillens dat sinds 1897 de ingang siert van de begraafplaats van Sint-Gillis in Ukkel, waar de kunstenaar trouwens begraven ligt.

Deze in 1895 ingehuldigde necropool was volledig ontworpen door gemeentelijk architect Edmond Quentin, die ook het portaal in Etruskische stijl had getekend. Het bestaat uit twee ongelijke pijlers versierd met obelisken in reliëf. Voordat de bezoeker de begraafplaats betreedt, wordt hij overweldigd door de grootste van deze pijlers (7 m hoog), waarop het beeld staat (2,63 m), een allegorie van de stilte van het graf voorgesteld met de trekken van een godin uit de oudheid. Ze zit neer, een urne tegen de borst geklemd, en vraagt de bezoeker de stilte te bewaren door twee vingers van de linkerhand tegen haar lippen te plaatsen. We kunnen haar gezicht niet goed onderscheiden doordat het zich in de schaduw bevindt van het grote gedrapeerde gewaad dat het massieve lichaam van de vrouw bedekt.

Hoewel de voorstelling vrij stereotiep en traditioneel is, zelfs voor de tijd van Dillens, wordt De stilte door velen beschouwd als een van de meesterwerken van de kunstenaar. In een brief van 25/12/1897 schreef de symbolist Jean Delville: "(…) l’impression qu’elle m’a produite a été grande ! Cette sybille de bronze est empreinte de ce que j’appellerais volontiers le style du Mystère (…)".* 

Een auteur met de naam Timon wijst in de krant Le Matin (20/09/1906, p. 3) op de invloed van Michelangelo op De stilte en verwijst naar het beeldhouwwerk De nacht in de Medici-kapel. Vermelden we ook de Sibila Délfica in de Sixtijnse Kapel, waarvan het thema, de houding en de fysieke kracht in het werk van Sint-Gillis een weerklank lijken te vinden. Opmerkelijk is overigens de virtuositeit waarmee de plooienval is uitgevoerd, tegelijk zwaar en vloeiend. In zijn streven naar realisme en trouw blijvend aan het model – in dit geval de vrouw van de kunstenaar (Marchal 1912, p. 202) – modelleerde Dillens zijn beelden systematisch naakt voordat hij ze met stof bekleedde.

Er bestaat een gipsen versie van De stilte van het graf die een derde meet van het uitgevoerde model en die in het Museum van Elsene wordt bewaard (inv. CC 867/KIK-IRPA). Een bronzen, 76 cm hoge kopie wordt in het Antwerpse Middelheimmuseum bewaard (inv.  MID.B.045/KIK-IRPA).

Julien Dillens was in de eerste plaats een openluchtbeeldhouwer en kon zich moeilijk het leven van een in een burgerhuis opgesloten standbeeld voorstellen. Reeds toen hij nog arbeider-beeldhouwer was op diverse bouwplaatsen, onder meer die van de Beurs met Auguste Rodin, versierde hij de pleinen, de monumenten en de grote huizen van Brussel. Vermelden we onder meer de beelden Arbeid en Recht die het stadhuis van Sint-Gillis versieren. Dillens geldt als een van de grootste Belgische beeldhouwers van zijn tijd.

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, D. Tonglet, 2021

* [(…) Ze heeft een grote indruk op mij gemaakt! Deze bronzen sibille is doordrongen van wat ik graag de stijl van het Mysterie zou noemen (…).]

Bronnen

Archieven gemeentebestuur Sint-Gillis, z.n.

ENGELEN, C. en MARX, M., Beeldhouwkunst in België vanaf 1830, Studia 90, 2002.

DEROM, P. et al., De beelden van Brussel, Brussel, 2000, p. 28, 130.

DEJEMEPPE, P. & DE STAERCKE, J.-P., De stilte en de graven. De begraafplaats van Sint-Gillis, Brussel, 2016, p. 4, 28.

EYLENBOSCH, A., Julien Dillens (1849-1904) ou Le grand œuvre irréalisé. Tentoonstelling : Stadhuis Sint-Gillis, Brussel, 1992, p. 39-40.

MATTHIJS, G.M., Julien Dillens, sculpteur, 1849-1904. Tentoonstelling : Stadhuis Sint-Gillis, Brussel, 1955, p. 85-86 .

Indépendance Belge 25/11/1923.

MARCHAL, E., « Notice sur Julien Henri Dillens », Annuaire de l’Académie royale de Belgique 78, 1912, p. 177-205.

Le Peuple 30/12/1904 (avec gravure) en 25/10/1897.

L’Étoile belge 07/10/1896.

Over de kunstenaar :

ZEEBROEK-HOLLEMANS, J. in DECHAUX, C. et al., Dictionnaire des peintres belges du XIVe siècle à nos jours. Depuis les premiers maîtres des anciens Pays-Bas méridionaux et de la Principauté́ de Liège jusqu'aux artistes contemporains, Brussel, 1995, p. 345.
Colofon

Discussie