Datum

Tussen 1927 en 1959 (De chronologische marge is vastgesteld tussen het jaar waarin de activiteit van Van Assche als schilder een aanvang nam en de datum waarop het schilderij door de gemeente Sint-Gillis werd verworven.)

soort van object

Materialen

Vervaardigingplaats

Brussel (in 1959 woonde P. Van Assche in de Metaalstraat 37 in Sint-Gillis)

Opschriften

"Petrus Van Assche" (Signatuur : rechtsonder - geschilderd)
"E52 Petrus Van Assche" (Inscriptie : op de achterkant)

Afmetingen

hoogte 94 cm — wijdte 122 cm (met kader)
hoogte 77 cm — wijdte 104 cm (zonder kader)

Inventaris nummer

1131T

Identifier Urban

42697
lees meer

Beschrijving

"Bientôt, une porte apparut tout entière. Cette porte magique s’ouvrit d’elle-même et Petrus Van Assche entra pour toujours dans le fabuleux château de sa vie."* Dit citaat van Paul Colinet (1936) illustreert de dromerige en zinderende sfeer vol rozige tinten die het schilderij oproept. We herkennen het silhouet van het Brusselse Justitiepaleis, maar het gebouw oogt verrassend licht en mysterieus. De pastelkleuren zijn dik en wazig aangebracht, de hemel omheen het gebouw lijkt te trillen.

We ontdekken hier het heel persoonlijke symbolisme van Petrus Van Assche (1897-1974), schilder van mystieke composities, landschappen en stillevens. Zijn enige artistieke opleiding bestond in de tekenlessen die hij al vanaf jonge leeftijd aan de academie van Aalst volgde. Op dertigjarige leeftijd vatte hij zijn schilderscarrière aan. Hoewel hij er nooit naar streefde om er deel van uit te maken, leunde hij heel nauw aan bij de Brusselse surrealisten, maar hij voelde zich sterker aangesproken door de surrealistische schrijvers en dichters – onder wie Paul Nougé, en vooral zijn vrienden Paul Colinet en Louis Scutenaire – dan door de schilders. In 1933 ontmoette Van Assche René Magritte, die hem ietwat eigenaardig omschreef als de Master of the nevertheless (Leen 1996, p. 449).

Scutenaire, die van hem werken bleef kopen tot aan het einde van zijn leven, hield vooral van het ongewone karakter van de schilderijen van Van Assche en diens schilderpraktijk wars van elke academische vorming. Hij trok parallellen met zijn eigen literaire stijl en zijn virtuoze gebruik van het aforisme, die hij in de doeken van Van Assche terugvond. De schilder omschreef zijn werkwijze zelf als ‘Fantastische Kunst’, terwijl anderen het over ‘droomschilderkunst’ hadden.

Petrus Van Assche exposeerde in het Paleis voor Schone Kunsten in 1936 en 1937. In dat laatste jaar nam hij, samen met andere Belgische schilders als Delvaux en Magritte, deel aan de Londense tentoonstelling georganiseerd ter gelegenheid van het internationale congres van de Artists’ International Association.

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, D. Tonglet, 2021

*[Weldra doemde een poort op. Deze magische poort ging vanzelf open en Petrus Van Assche betrad voor immer het fabelachtige kasteel van zijn leven.]

Bronnen

Archieven gemeentebestuur Sint-Gillis, z.n.

Over de schilder :

LEEN, F., « Petrus Van Assche », in OLLINGER-ZINQUE, G. (éd.), "Het bekoorlijke is mooi" : Irène, Scut, Magritte and C°. tentoonstelling, Koninklijke Musea voor de Schone Kunsten, Brussel, vanaf  13 september tot 15 december 1996, Brussel, 1996, p. 447-451.

LEEN, F. in DECHAUX, C. et al., Dictionnaire des peintres belges du XIVe siècle à nos jours. Depuis les premiers maîtres des anciens Pays-Bas méridionaux et de la Principauté́ de Liège jusqu'aux artistes contemporains, Brussel, 1995, p. 981.

SCUTENAIRE, L., « Petrus Van Assche », Techniques Nouvelles 3, 1974, p. 39.

COLINET, P., Petrus Van AsscheTentoonstelling : Brussel,  Schone Kunsten Paleis, 01.02 1936 - 12.02 1936

Zie origineel bestand van dit object : balat.kikirpa.be

Colofon

Discussie