Karel V

Na de dood van Karel de Stoute in 1477 trouwde zijn dochter Maria van Bourgondië met Maximiliaan van Habsburg. Hierdoor kwamen de Nederlanden, inclusief het hertogdom Brabant, in handen van de Habsburgers. Van 1515 tot 1555 werden de Nederlanden geregeerd door hun kleinzoon, bekend als Karel V. Hij erfde niet enkel de vorstendommen van de Nederlanden, maar ook de Habsburgse gebieden in Centraal-Europa (waaronder het aartshertogdom Oostenrijk) en de verschillende Spaanse koninkrijken, en werd in 1520 tot keizer van het Heilige Duitse Rijk gekozen. Sinds Karel V werd de regerende vorst in Brussel vertegenwoordigd door een gouverneur of gouverneur-generaal voor de uitoefening van de macht in de Nederlanden. 

In 1555-1556 splitste Keizer Karel al zijn bezittingen in tweeën. Hij droeg de soevereiniteit over de gebieden in Centraal-Europa en de keizerstitel over aan zijn broer: dit betekende het begin van de lijn van Oostenrijkse Habsburgers. Hij stond de rest van zijn bezittingen af aan zijn zoon Filips, namelijk de Spaanse gebieden en de Nederlanden: dit was het begin van de lijn van Spaanse Habsburgers. Vandaar dat ook de term Spaanse Nederlanden ingang vond. 

Dit portret maakt deel uit van een reeks portretten van Spaanse vorsten die over de Nederlanden regeerden, geschilderd door Louis Grangé. De galerij bevindt zich in de nieuwe vleugel van het Brusselse stadhuis, die na het bombardement van 1695 werd gebouwd.