Datum

1845

soort van object

Materialen

Techniek

Opschriften

"Eugène Verboeckhoven / f. 1845" (rechts)

Afmetingen

hoogte 73 cm — wijdte 57 cm

Inventaris nummer

533

Identifier Urban

39061
lees meer

Beschrijving

Eugène Verboeckhoven is vooral bekend als natuur- en landschapschilder, maar hij was ook een vooraanstaand portretschilder. Hij maakte twee zelfportretten in olieverf, dit en een ander elf jaar eerder, bewaard in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen (inv. 1550). De gemeentelijke collecties van Schaarbeek bevatten ook een gipsen buste, vermoedelijk een gebeeldhouwd zelfportret.

Er zijn verschillende portretten van Eugène Verboeckhoven die op verschillende momenten in zijn leven zijn geschilderd door andere kunstenaars. Hieronder bevinden zich lithografische portretten van of naar Jean-Baptiste Madou (1796-1877), Jacobus Josephus Eeckhout (1793-1861), Gerhardus Fredericus Eilbracht (1816-1854) en M. Hess (1826-1829), gegraveerde portretten van Josef Weger (1782-1840) en Johann Paul Singer (1823 - ?), een ets van Auguste Danse (1829-1929) en een fotografisch portret uit 1873. Dat laatste verscheen in het album dat de schilder kreeg voor zijn voorzitterschap van de Société royale belge des Aquarellistes van 1856 tot 1876. Tot slot zijn er twee marmeren bustes van de schilder, een door Charles-Auguste Fraikin (1817 - 1893), gebaseerd op zijn dodenmasker (1881, Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, inv. 2836), de andere door Émile Jean François Namur (1852 - 1908) (Brussel, paleis van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België). Die wildgroei aan portretten van Eugène Verboeckhoven getuigt van zijn bekendheid en de belangrijke academische functies die hij bekleedde.

Op het geschilderde zelfportret van Schaarbeek is Eugène Verboeckhoven 47 jaar oud. In hetzelfde jaar schilderde hij een portret van zijn broer, de zeegezichtschilder Charles-Louis Verboeckhoven (1798 - 1881). In beide gevallen is het een medaillonportret, als een grauwschildering. Zelfs als we niet weten waarom de portretten werden gemaakt, kunnen we concluderen dat ze als hangers werden ontworpen. 

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, A. Jacobs, 2023

Bronnen

Over het werk :

BERKO, P. & V., Eugène Verboeckhoven, ed. Laconti, Brussel, 1981, p. 112

Over de kunstenaar :

ALVIN, L., « Eugène Verboeckhoven, Membre de l’Académie », in Annuaire de l’Académie Royale, 1883, pp. 341-388.

LAMBOTTE, P., « Eugène Verboeckhoven », in Biographie Nationale, Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts, 26, Établissements Émile Bruylant, Brussel,1936-1938, col. 591-592.

DE SIMPEL, F. & DUVOSQUEL, J.-M., « Deux cent soixante-cinq dessins du peintre animalier Eugène Verboeckhoven  (Warneton 1798 - Schaerbeek 1881) », Mémoires de la Société d’Histoire de Comines et de la région, V, fasc. 1, Comines, 1975.

LOZE, P., « Eugène Verboeckhoven », in cat. expo. 1770-1830 Autour du néo-classicisme en Belgique,  Gemeentelijk Museum voor Schone Kunsten, Elsene, 1985-1986, p. 317-318.

BERKO, P. & V., Eugène Verboeckhoven, édition Laconti, Brussel, 1981.

DUVOSQUEL, J.-M. & CRUYSMANS, Ph., Dictionaire van dierenschilders. Belgische en Hollandse kunstenaars geboren tussen 1750 en 1880,  Berko Fine Paintings, Knokke,1998, p. 484.

DE VILDER, H. & VAN DE VEN, K., De dierenschilder Eugène-Joseph Verboeckhoven  (1798-1881) en zijn medeschilders, K. Van de Ven, Château d’Huyenoven, Vilvoorde, 2006.

WEGENER, U.B., « Verboeckhoven, Eugène Joseph», Allgemeines Künstler-lexikon, 112,  Walter de Gruyter, Berlijn/Boston, 2021, p. 449-450.

Colofon

Discussie