De legende van Ulenspiegel

Maurice Langaskens begon zijn opleiding aan de Académie en aan de École des Arts décoratifs van Parijs, waar hij een tijdje bij zijn ouders verbleef. Daarna volgde hij een opleiding bij Constant Montald (1862-1944) aan de Brusselse Academie voor Schone Kunsten.

Van 1907 tot 1939 nam Langaskens regelmatig deel aan tentoonstellingen georganiseerd door de Cercle artistique et littéraire de Bruxelles, de kring Pour l'Art en de groep La gravure originale belge. Zijn werken, met geïdealiseerde figuren en gestileerde naturalistische motieven, staan dicht bij het expressionisme. Ze zijn gebaseerd op populaire legendes, industriële activiteiten, muziek en religieuze onderwerpen. Tijdens de oorlog van 1914-1918 maakte hij oorlogstekeningen die vooral geïnspireerd waren op de Duitse kampen, waar hij vier jaar gevangen zat. Hij maakte ook een aantal decoratieve schilderijen en illustreerde verschillende literaire werken.

Dat is het geval met de Légende et les aventures héroïques, joyeuses et glorieuses d’Ulenspiegel et de Lamme Goedzak au pays de Flandres et ailleurs van Charles De Coster, een werk dat volledig geïllustreerd is door de kunstenaar en in 1925 gepubliceerd werd door Éditions du Hibou. Deze illustraties — 18 houtsneden inclusief het titelblad en het colofon — getuigen van het grote meesterschap van de kunstenaar in het maken van prenten. De filoloog en historicus Henri Liebrecht (1884-1955) schreef in het voorwoord van het boek: 'Dit is zo'n werk van eigen bodem als je maar kunt krijgen: het staat vol met sappige taal en biedt een rijke nuchterheid.[ ...] En hier nog iets om de tekst van deze helden nog meer tot leven te brengen; je hebt je verbeelding niet nodig om je het beeld van Tijl, de ogen van Nele of de halslijn van Lamme voor te stellen. Ze waren zoals ze hier zijn afgebeeld, beeldenmaker Maurice Langaskens heeft van elk van hen, groot en klein, een eigen portret geboetseerd, en vanaf nu zul je de tekst niet meer van de illustraties kunnen scheiden'.

Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, C. Ekonomides, 2022