Locatie
Datum
soort van object
Geheel
Techniek
Opschriften
"J. Harrewyn Sculp:" (onderaan rechts)
Afmetingen
hoogte 36 cm — wijdte 47 cm (binnenkant van de passe-partout)
Inventaris nummer
Identifier Urban
Beschrijving
Deze prent, gegraveerd door Jacobus
Harrewijn, toont het ‘Klooster van Jericho’. Het beeld verscheen in 1727 in het
werk Groot kerkelijk Tooneel van Brabant door Le Roy, samen met beelden
van heel wat andere Brusselse kloosters en kerken. Ook in het werk Antonii
Sanderi presbyteri chorographia sacra Brabantiae (vol. 2) uit 1727 werd deze
prent getoond. Het klooster – en breder ook de kloostergemeenschap – hier afgebeeld
ontstond in 1456 door de samenvoeging van het klooster van de Witte Zusters van
Catharina in Brussel en de kanunnikessen van Onze Lieve Vrouw ten Cluyse in
Eigenbrakel. Dat gebeurde op initiatief van Filips de Goede, hertog van Bourgondië,
en zijn vrouw Isabella van Portugal. Zo stichtten de vorsten het “Onze Lieve
Vrouw ter Rosen gheplant in Jericho”, het regularissenklooster in Brussel op de
plek waar vandaag, sinds de opheffing van het klooster in 1783, de Brusselse
Graanmarkt terug te vinden is. Die markt is daar toen gekomen omdat de oude Graanmarkt te klein was geworden.
Het klooster van Jericho was een van de grootste religieuze complexen in Brussel. Het had een eigen kloosterbrouwerij en was rond 4 ha groot.
Die omvang wist Harrewijn met zijn prent ook over te dragen op de toeschouwer. Het
regularissenklooster vult namelijk nagenoeg de hele prent. Symmetrische rijen
bomen prijken in de tuinen en hier en daar is vee te ontwaren. De prent lijkt
ook duidelijk te maken dat het klooster bijdroeg aan bouwwerken; er is immers
te zien hoe mensen met houtbewerking bezig zijn en frames voor daken vervaardigen.
Waarvoor die zullen dienen is echter niet met zekerheid te zeggen. Verder leven
verschillende personages hun leven van alledag: op de binnenpleinen zijn mensen
aan het werk en in de voorgrond zijn kinderen aan het spelen; sommige mensen zijn
op wandel, anderen zijn met honden aan het ravotten. Voor de deur staat ook een
paard met kar, dus misschien kreeg het klooster op deze prent net bezoek.
Bronnen
LE ROY, Groot Kerkelijk Tooneel
des Hertogdoms van Brabant, Den Haag: Christianum van Lom, 1727.
PIOT,
Charles, “ Schilder-,
etskunst, enz. De beide Harrewijns, Nederlandsche graveurs, door Karel
Piot.”, Dietsche Warande. Nieuwe Reeks 2, 1893 (6), 462-477, 586-596,
594.
SANDERUS, Antonius, Antonii
Sanderi presbyteri Chorographia sacra Brabantiæ, vol. 2, Den Haag: Christianum
van Lom, 1727, 136-137.
STOOP, Patricia, “Een
dertiende-eeuws Middelnederlands document van de Witte Vrouwen van
Sint-Catharina”, Taal & Tongval, 2004 (56), 3-6, 3.
STOOP, Patricia, Schrijven in
commissie. De Zusters uit het Brusselse klooster Jericho en de preken van hun
biechtvaders (ca. 1456-1510), Hilversum: Verloren, 2013, 21.
Discussie