Datum
soort van object
Techniek
Opschriften
Afmetingen
Inventaris nummer
Identifier Urban
Beschrijving
Van 1857 tot 1874 was het gehucht Tervuren, op slechts 10 km
van Brussel en omgeven door het Zoniënwoud, een ontmoetingsplaats, een plaats
van emulatie en een seizoensverblijf voor Alphonse Asselbergs, Edouard
Huberti (1818-1880), Jules Montigny (1840-1899), Joseph Théodore Coosemans
(1828-1904), Jules Raeymaekers (1833-1904), Camille Van Camp (1834-1891) en
Hippolyte Boulenger (1837-1874). Die schilders vormden de School van Tervuren,
de eerste groep die als motto had om vanuit het motief te schilderen en het
licht en zijn effecten in alle seizoenen vast te leggen. Tervuren staat voor de
school met dezelfde naam, zoals het bos van Fontainebleau voor de school van
Barbizon. Hun favoriete onderwerpen zijn moerassen, vlakten en kreupelhout;
kale landschappen, zonder verhalende of anekdotische elementen, een puur en
eenvoudig eerbetoon aan de natuur, zowel wild als mysterieus, waarvan dit
landschap een perfecte illustratie is. In 1874 verhuisde Alphonse Asselbergs
naar Fontainebleau, trouw aan zijn principes van onafhankelijkheid en
eenzaamheid en gedreven door een constante behoefte om landschapstechnieken te
verbeteren. Hij was gefascineerd door Théodore Rousseau en Daubigny en schilderde,
net als zij, de wilde en melancholische aspecten van dat betoverende bos. Hij
zette zijn schildersezel achtereenvolgens op in de Mare aux Fées, de gorges
d'Apremont en het hoogland van Belle-Croix, maar ook in Marlotte en Barbizon.
Hij schilderde bijna anderhalf jaar lang met veel enthousiasme. Hij stapelde
vluchtige krabbels, schetsen en tekeningen op terwijl hij werken over
kleurentheorie bestudeerde.
Rond 1877 verhuisde Alphonse Asselbergs naar de Limburgse Kempen, naar Genk en Kinrooi, plaatsen die hij als jonge landschapschilder had verkend en waar hij van hield.
Winterochtend in Genk is van die periode. Hoewel het melancholische karakter getuigt van een zekere verwantschap met de romantisch getinte werken van de landschapsschilders van de School van Tervuren, verschilt het in het gebruik van een lichter palet.
In het desolate landschap van de Limburgse Kempen vond de kunstenaar nieuwe creatieve inspiratie. In dit heldere werk domineert de lucht met zijn blauwroze tinten. Zijn blauwachtige weerkaatsing in het water van de moerassen opent de ruimte. De bruin-beige tinten van de vegetatie vullen de compositie harmonieus aan, terwijl een figuur op de voorgrond een discrete menselijke aanwezigheid toevoegt. Dit werk werd opgenomen in de overzichtstentoonstelling van Alphonse Asselbergs werk, georganiseerd door de Cercle artistique et littéraire de Bruxelles in 1919.Auteur : Vereniging voor het Kunstpatrimonium, C. Ekonomides, 2023
Bronnen
Over het werk :
Gemeente archieven Schaarbeek (Patrimoine artistique, XIII.A.02.S01.D079).
Over de kusntenaar :
VANZYPE, G., Alphonse Asselbergs, Bruxelles et Paris, Librairie nationale d'Art et d'Histoire, G. Van Oest & Cie, éditeurs, 1918.
VANZYPE, G., L’Art Belge, Librairie nationale d'Art et d'Histoire, G. Van Oest & Cie éditeurs, Brussel en Parijs, 1923, pp. 33, 82, 86, 87, 99, 103.
HOOZEE, R., Het landschap in de Belgische kunst 1830-1914, tentoonstellingscatalogus, M.S.K., Genk, 1980, pp. 134-135.
De VILDER, H., en WYNANTS, M., De School van Tervuren, vzw De Vrienden van de School van Tervuren, 2000, Tervuren.
PIRON, P., Dictionnaire des artistes plasticiens de Belgique des XIXe et XXe siècles, vol. 1 (A-K), Ohain, 2003, p.39.
DE VILDER, H., De School van Tervuren, in de bedding van de tijd, vzw De Vrienden van de School van Tervuren, 2008, pp. 121-126.
Discussie