Lou COCODY-VALENTINO erfggename van Hélène DE RUDDER (1869-1962)
Barbara Salomé Felgenhauer
Léone Drapeaud
Céline Boveroux
Elléa Cartier
Lou Cocody-Valentino
Hélène du Ménil-De Rudder
Datum
soort van object
Geheel
Lou COCODY-VALENTINO erfggename van Hélène DE RUDDER (1869-1962)
Camille DUFOUR erfgename van Louise DANSE (1867-1948)
Chanel KAPITANJ erfgename van Julia VAN ZYPE (1870-1950)
Laura BOSSICART erfgename van Gabrielle MONTALD (1867-1942)
ZYLE erfgename van Léo JO (1870-1962)
Olga BOICHÉ Erfgename van Lina CAUCHIE (1875-1969)
Mégane LIKIN erfgename van Louise de HEM (1866-1922)
Brigitte DANSE erfgename van Yvonne SERRUYS (1873-1953)
Techniek
Opschriften
"Textielwerk maakt deel / uit van een matrilineaire / relatie - intiem en huiselijk" (paneel van medium : boven links)
"Le travail du textile s'inscrit dans une relation matrilinéaire - intime et domestique / Textile work is part of a matrilineal relationship - intimate and domestic" (paneel van het medium : onder rechts)
Afmetingen
Identifier Urban
Beschrijving
In 1890 trouwde Hélène Du Ménil met beeldhouwer
Isidore De Rudder. In de toenmalige kranten en zelfs in meer recente
wetenschappelijke publicaties is het beeld dat voor het nageslacht is
overgeleverd dat van een ware artistieke tandem, waarbij hij de borduurpatronen
ontwierp die zij zelf
uitvoerde of door haar team van borduursters liet uitvoeren. Maar net als bij
de Cauchies is de precieze taakverdeling tussen het paar niet helemaal bekend.
Hélène werd geboren in Ieper maar bracht haar jeugd
door in Doornik voor ze met haar familie naar Ukkel verhuisde. Net als Caroline
(Lina) Voet-Cauchie ging ze naar de vakschool voor meisjes in de Brusselse
Priemstraat 26, waar ze in 1889 haar eerstegraads borduurdiploma behaalde en
waar ze in 1898 samen met Caroline Voet exposeerde ter gelegenheid van het
25-jarig bestaan van de instelling.
De kwaliteit en de finesse
van het borduurwerk van Hélène De Rudder wordt alom geprezen en bewonderd, maar
het is enigszins frustrerend om vast te stellen dat zij, ondanks al haar
handigheid, haar technisch onderzoek, haar innovatie en waarschijnlijk ook haar
teammanagementvaardigheden, in de schaduw blijft van haar man, die wordt
voorgesteld als de schepper. Hoewel ze een aantal opmerkelijke openbare
opdrachten kreeg, zoals die voor het Paleis der Koloniën in Tervuren in 1897, voor het stadhuis in Brussel en het Stadhuis van
Sint-Gillis, waren het haar echtgenoot tot wie de autoriteiten zich wendden.
Bronnen
Meer over Hélène Du Ménil- De Rudder :
« Les femmes artistes. M et Mme Isidore De Rudder », in Bruxelles Féminin, n°18, 15 juillet et 1er août 1903, p. 6 et 7.
GUBIN, E., JACQUES, C., PIETTE, V. et PUISSANT, J. (dir.), Dictionnaire des femmes belges XIXe et XXe siècles, Racine, Paris, 2006, p. 220-221.
CREUSEN, A., Femmes artistes en Belgique. XIX et début XXe siècle, L’Harmattan, Paris, 2007, p. 130, 158, 315, 265-266, 315, 319.
SCHOONBROODT, B., Art nouveau Kunstenaars in België 1890-1914, Lannoo, Tielt, 2008, p. 257 à 264.
LAOUREUX, D. (dir.), Femmes artistes. Les peintresses en Belgique (1880-1914), SilvanaEditoriale, Milan, 2016, p. 25,29, 43-44, 51,141.
CASPERS, B., « Hélène et Isidore De Rudder. Un duo artistique hors du commun », in ZURSTRASSEN, B. (dir), Liber Amicorum Françoise Aubry, 2018, p. 40 tot 55.
Discussie