Datum
soort van object
Geheel
Gedenkplaat voor ""Aux Etterbeekois (...) morts au Congo" [aan de Etterbeekse pioniers (...) gestorven in Congo"]
Kolonel Louis Chaltin
Paar Afrikaanse dragers - galerie de l'Écuyer
Monument-fontein ter ere van kapitein Louis Crespel
Het Congomonument of Herdenkingsmonument van de belgen gesneuveld voor de koloniale werken
De Zeemeermin van Baudouinville
Tamtam speler
De Boogschutter
weggelopen slaven door honden achterhaald (SB)
Monument voor de koloniale pioniers van de gemeente Elsene
Monument voor Georges Brugmann (SB)
Luitenant-Generaal baron Tombeur de Tabora
Leopold II (FED)
Koning Leopold II
Monument Henri Jaspar
Monument voor Generaal Thys
Monument Majoor Ernest Cambier
Buste van Leopold II
Hulde aan de Dynastie - Herdenkingsplaat
Henry Carton de Wiart
Generaal Emile Storms (verwijderd)
Generaal Brialmont (SB)
Edmond Thieffry
Buste van Leopold II (verwijderd)
Materialen
- metaal > brons (sculptuur)
- minerale materialen > steen > blauwe hardsteen (sokkel (gepolijst))
Techniek
Opschriften
"Le cuivre et l’étain de cette statue proviennent du Congo Belge. Ils ont été fournis gracieusement par l’Union Minière du Haut-Katanga." (plaat)
Afmetingen
hoogte 300 cm — wijdte 450 cm — diepte 125 cm (standbeeld)
Inventaris nummer
Identifier Urban
Beschrijving
Het is het Brussels
monument dat het meeste negatieve reacties opwekt. De verantwoordelijkheid van
Leopold II voor het extreme geweld in Congo brengt dit monument automatisch in
verband met de voormalige kolonie.
Hoewel Leopold II ten
tijde van zijn dood erg onpopulair was, werd na zijn overlijden in 1909 een
comité opgericht met het oog op de oprichting van een monument ter zijner nagedachtenis.
Er werd een openbare inschrijving gelanceerd via een oproep aan het land en de
oprichting van het nationaal comité in 1914 werd gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad van 31 mei 1914. De oproep stelde dat België gedurende 35 jaar
over een fantastische kolonie had kunnen beschikken dankzij koning Leopold II.
De oorlog doorkruiste dit plan echter en het monument werd uiteindelijk pas op
15 november 1926 ingehuldigd (15 november is de feestdag van Sint-Leopold en
het feest van de dynastie).
Het was het laatste werk
van Thomas Vinçotte (hij overleed op 24 maart 1925) en werd voltooid door
architect François Malfait, die de sokkel bouwde en het plein herinrichtte. Het
beeld werd gegoten door de Brusselse Compagnie des Bronzes. Deze drie
namen staan op het monument vermeld.
Op het voetstuk prijkt het Latijnse opschrift: “Leopoldo II Regi Belgarum 1865-1909 Patria Memor”. Aan de achterzijde herinnert een plaat aan de koloniale herkomst van de gebruikte materialen: “Het koper en het tin van dit standbeeld zijn afkomstig uit Belgisch Congo – Ze zijn welwillend aangeboden door de Union Minière du Haut-Katanga”( UMHK).
4.000 ton koper en 203
kilogram geraffineerd tin werden in het beeld verwerkt. De UMHK was een door
Leopold II opgerichte maatschappij. Deze ‘welwillende’ levering sluit de ogen
volledig voor de omstandigheden waarin de Congolezen moesten werken.
De openbare inschrijving had meer dan het benodigde geld opgeleverd, en koning Albert I liet een tweede beeld gieten dat naar Leopoldstad/Kinshasa werd opgestuurd en op 1 juli 1928 werd ingehuldigd. Het was door de Compagnie belge maritime du Congo tot in Matadi getransporteerd, en dan door de Compagnie des chemins de fer du Congo naar Leopoldstad/Kinshasa vervoerd; Manucongo stond in voor de stuwadoorsdiensten. Zo getuigde het standbeeld van de sterke band die het met Congo had. Alle vermelde maatschappijen hadden overigens op de openbare inschrijving ingetekend.
Het monument staat opgesteld in de aslijn van de ingang van het Park van het Koninklijk Paleis aan de Regentlaan. De locatie van het standbeeld was het onderwerp van een controverse tussen de voorstanders van de Troonplein, een keuze die door de beeldhouwer Vinçotte zelf werd bepleit, en die van de Jubelparkboog. Uiteindelijk werd het standbeeld van 4,60 m hoog op de Troonplein geplaatst op een sokkel van 2,25 m hoog (Le Vingtième Siècle, 24.02.1925).
Bronnen
Discussie